Onderstaande tekst werd gepubliceerd op de blog van Wouter Van Bellingen, die ze op zijn beurt overnam uit de Humo (van 23/12/2013)

In 1993 vertelde Michel Bauwens aan Humo wat e-mail en internet was, en hij voorzag ook wat de maatschappelijke draagwijdte van die nieuwe technologie zou zijn. Er waren toen amper een paar honderd internetgebruikers in België. Nu staan een aantal nieuwe toekomstbeschouwingen van Bauwens in een boek met de titel: `De wereld redden. Met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving’. Het boek (in november verschenen en nu al aan een herdruk toe) draagt een kurkdroge titel, maar onder die kurk zit een heftig én optimistisch toekomstbeeld.

Jan Hertoghs / Foto’s Jelle Vermeersch

De man die in de woelige jaren zeventig politieke wetenschappen studeerde aan de VUB, en later een kaderfunctie bekleedde bij BP Nutrition en Belgacom, woont al twaalf jaar in Thailand. Hij heet een denktank (P2P Foundation: zie p2pfoundation.net) en reist de wereld rond om lezingen te geven over de nieuwe maatschappij die eraan lijkt te komen. De deeleconomie is daar een fundamenteel onderdeel van, en Bauwens ziet een wereldwijd verband tussen initiatieven als autodelen, collectieve moestuinen, repair cafés, crowd funding, of het zelf produceren van auto’s in kleine fabriekjes en met behulp van 3D-printing. Hij merkt ook hoe jongeren er fel mee begaan zijn, uit idealisme en/of om uit hun werkloosheid te breken, en voorspelt niets minder dan een revolutie: `Er komt een andere economie en een meer solidaire samenleving.’

HUMO In je boek staat een treffende beeldspraak om het concept peer-to-peer in te leiden. Wikipedia omschrijf je als `Geef een steen, krijg een huis’.

Michel Bauwens «Met al hun bijdragen hebben die vrijwilligers een enorme online encyclopedie gecreëerd die voor iedereen openstaat. Daarin zie je al de basisvorm van peer-to-peer. Mensen werken vrijwillig mee, en toch krijg je iets dat een economische waarde vertegenwoordigt en dat honderdvijftig mensen tewerkstelt. Uit een vrijwillig initiatief is een economische infrastructuur ontstaan. »Belangrijk is het `gemeengoed’ dat men creëert. Wikipedia is een gemeengoed van kennis, maar je kan evengoed een gemeengoed van infrastructuur hebben, als mensen een kantoorgebouw of een atelier delen. Dat gemeengoed of commons is een heel oud begrip. Denk aan de middeleeuwen: toen hadden de boeren gemeenschappelijke gronden en waren er onderlinge regels en afspraken voor het gebruik ervan, net zoals je nu afspraken hebt als een auto of atelier gedeeld moet worden.»

HUMO Maar waarom zouden mensen zich nu ineens bekeren tot het werken binnen zo’n commons?

Bauwens «Uit passie. In het kapitalistische systeem is er die scheiding: de job doe je voor je inkomen, de vrije tijd is er voor hobby’s en passies. In het nieuwe systeem wil je niet zomaar een job, je wil een job waarin werk en passie samenvallen. En liefst wil je werken voor een gemeenschap waar je hart naar uitgaat. »Overal ter wereld ontstaan nu kleine gemeenschappen van mensen met eenzelfde passie, die duurzaam willen leven. En het begint met onderlinge hulpverlening op een bepaald terrein, maar de volgende stap is dat daaromheen een economie kan groeien. En dát is nieuw.»

HUMO Dan nog blijft de vraag: waarom zijn mensen ineens gedreven tot wederzijdse dienstverlening? Zijn die jonge mensen het kapitalistische systeem dan zo beu?

Bauwens «Er is toch een ommekeer gaande. Ik zie bij jongeren het vertrouwen in bedrijven en in de economie afnemen. Ze zien hoe Chinese arbeiders een smartphone of een Nikeschoen maken voor een kostprijs van enkele euro’s en hoe die multinationals voor dat product het veertigvoudige vragen. Ze zien ook hoe een dure iPad zo gemaakt wordt dat hij na 400 keer opladen onvermijdelijk stukgaat. Veel jongeren willen dat niet. Die willen duurzamer leven. En dus gaan ze deel uitmaken van een gemeenschap die duurzamer met de dingen omspringt. »Veel jongeren staan ook open voor een groene technologie. En als ze zelf een bedrijfje opstarten, dan zullen ze hun duurzame technische oplossingen delen met anderen. Van de grote bedrijven verwachten ze hetzelfde: dat zij hun duurzame technologie ook niet langer gaan beschermen met patenten, maar gaan delen met iedereen. Wat de wereld beter kan maken, dat ga je toch niet afschermen om er grote winsten uit te halen?!»

GEMASKERDE MAN

HUMO Je noemt het een`historisch breekpunt: de mens kan een sprong vooruit maken naar een nieuwe samenlevingsvorm’. Met een ander soort markt, een ander soort staat, enzovoort.

Bauwens «Hoe werkt het klassieke kapitalistische systeem? Je verhuurt je arbeid aan een bedrijf, die onderneming realiseert daarmee een product of een dienst, ze brengt die op de markt en in ruil krijg jij een loon. In het nieuwe systeem heb je mensen die hun arbeid en medewerking geven aan een gemeenschappelijk systeem. Ik noem dat de civiele maatschappij, want het zijn burgers die bijdragen aan iets wat een gemeenschappelijk nut heet. Een boer die zijn landbouwproducten rechtstreeks naar de verbruiker wil brengen, heet een winkel en een verspreidingssysteem nodig. Meestal neemt een vzw of ngo dat werk op zich, ze gaan meerdere initiatieven groeperen. Met allemaal kleine bedrijfjes die rond datzelfde idee gaan werken. Dat is de micro-economie van peer-to-peer.»

HUMO En zo krijg je een andere markt en een andere staat?

Bauwens «Beeld je een maatschappij in waarbinnen men zich gaat groeperen rond allerlei commonses, zoals onderwijs of wetenschap. Of gezondheidszorg: die wordt nu door de privé of de staat georganiseerd, terwijl er een derde mogelijkheid is. In Italië zijn er gemeentes waar patiënten, dokters en verpleegkundigen samen een coöperatief runnen. In Nederland heb je verpleegkundigen die na hun wite woede afstand namen van het bestaande systeem en die ook coöperatieven hebben opgericht. En die kleinschalige centra van gezondheidszorg leveren een zorg die merkelijk goedkoper is dan de bestaande klassieke zorg. »Een ander voorbeeld zijn bibliotheken. Nu worden die gerund door de gemeente of provincie, maar als hun aanbod verarmt of als ze dreigen opgedoekt te worden, dan zouden ze gerund kunnen worden door een coöperatief van gemotiveerde lezers en bibliothecarissen.»

HUMO Alles wordt dan klein… én kwetsbaar. Nu doe je je job, je verdient geld en tegelijk kan je (na je uren) voluit kritiek hebben op het kapitalistische systeem. Dat is comfortabel. In jouw systeem sta je er zélf voor. Ineens moet je burgerzin en ondernemingszin betonen. Ineens ga je je zorgen maken: dat je commons niet marcheert, of niet leefbaar is op lange termijn. Of dat je medestanders zo weinig gemotiveerd zijn.

Bauwens «Dat kan allemaal gebeuren. Maar wat kunnen we anders doen? Klimaatop- warming, overbevissing, pollutie van bodem en water, ontbossing. Moet het zo verder?!»

WIKISPEED

HUMO Voor die revolutionaire ommekeer reken je op de `genetwerkte kenniswerkers’: al diegenen die met computer en internet bezig zijn. In het Westen is dat zo’n 30 tot 40 procent van de bevolking.

Bauwens «De tijd dat alleen maar multinationals wereldwijd konden samenwerken is voorbij. De nieuwe generatie kenniswerkers is opgegroeid met de sociale media, met netwerken van gewone burgers. En omdat ze minder en minder jobs vinden door de crisis van het kapitalisme, zoeken ze naar alternatieven. En één van de alternatieven is peer-to-peer samenwerken aan producten met een sociaal nut. »Kijk naar Detroit. Zestig procent van de auto-ingenieurs heet geen job meer. Een aantal onder hen bllijt niet bij de pakken zitten en heeft z’n kennis en engagement in Wikispeed samengebracht. En nu hebben ze in hun microfabriek al een twintigtal auto’s gemaakt. Het zijn sportieve modellen van zo’n 19.000 dollar per stuk, maar het zijn geen prototypes, ze zijn toegelaten op de rijweg.»

HUMO Het zijn geen veredelde modelbouwers die voor de lol een miniatuurfabriek openhouden?

Bauwens «Integendeel! Wikispeed is bedoeld als valabel alternatief nu de grootschalige auto-industrie op haar gat ligt. In die microfabrieken werken ze bijvoorbeeld met 3D-printers die onderdelen kunnen afdrukken, waardoor je niet afhankelijk bent van de auto-industrie. Wikispeed zou graag een klein gezinsmodel willen maken, maar ze vinden geen banken of geldschieters die in hen willen investeren. Dat is een vaker voorkomend probleem: al die nieuwe economieën vinden geen geld omdat banken weten dat ze daar geen superwinsten kunnen rapen, zoals bij kapitalistische bedrijven. »Detroit is maar één voorbeeld van hoe hoogopgeleide mensen zonder job gevaarlijk kunnen zijn voor de gevestigde machten. Want wie geen job heet, die heet tijd, die kan verder studeren, die kan zich in een peer-to-peer-project engageren en dat brengt sociale en maatschappelijke beweging op gang. »Neem de revoluties in het Midden-Oosten. Die hebben dezelfde context: een ontwikkelingsland met een youth bulge (een bevolkingspiramide met veel jeugd tussen 1O en 30 jaar, red.). Van die jongeren hebben er veel gestudeerd en toch zitten ze zonder werk. Dat is dé voedingsbodem voor revolutie. In dat opzicht zijn Afrika en Zuid-Amerika veel dynamischer dan grote delen van Europa.»

DE SOCIAALDEMOCRATIE IS DOOD

HUMO In een lezing voor de groene denktank Oikos zei je dat er een `massale exodus’ is van jongeren uit het klassieke kapitalistische productiesysteem. Waarop baseer je je?

Bauwens «De neets (Not in Education, Employment or Training, red.) vormen nu al 15 procent van al wie in Europa jonger is dan 35. In Zuid-Europa loopt dat zelfs op tot 30 procent. Dat is één op de drie die niet langer in loondienst zit. En wie wel werk heet, werkt vaak freelance. Van de Europeanen onder de 35 werkt één op de vier freelance. In Amerika is dat één op drie, en men verwacht daar zelfs een stijging naar één op de twee tegen 2020. Dat is toch een exodus uit de vaste loondienst.»

HUMO Dat klinkt als een nieuw proletariaat.

Bauwens «Niet helemaal. Want het industriële proletariaat bezat de productiemiddelen niet. Vandaag is dat anders. Veel jongeren worden verdreven uit het systeem van arbeid en kapitaal, maar als kenniswerker blijf je in het bezit van je productiemiddel: die computer, dat internet en je netwerken. Het is dus geen proletariaat dat zijn kracht moet halen uit zijn getal, uit zijn massa, wel een diverse en dynamische groep die ­ los van het bestaande systeem ­ haar macht opbouwt door samen te werken. Dát is hun revolutionaire kracht.»

HUMO Dat `oude’ proletariaat zat samen in een fabriek, een mijn of een cité. Het had een vakbond, een partij of een coöperatief achter zich staan. Is dat niet de zwakte van deze groep, dat iedereen thuis achter zijn schermpje zit?

Bauwens «Ja, maar ondanks dat individuele thuiszitten staan ze wel in verbinding met mekaar. En we hebben al gezien dat ze zich zeer snel en massaal kunnen mobiliseren, zie Occupy, de indignados en de Arabische Lente. Maar ook dat ze problemen hebben als ze van die spontane samenwerking iets blijvends willen maken. Hoe dan ook, hun bewustzijn zal wel groeien. Arbeiders hebben ook heel lang gedacht dat ze maar een nummer waren en niks te betekenen hadden. Dat arbeidersbewustzijn en dat samenwerken is met de tijd gegroeid. »Ik ben zelf het kind van arbeiders, van een vader en een moeder die maar tot hun veertiende naar school zijn geweest. En toch zeg ik: vergeet het idee dat de arbeidersbeweging nog te redden is. Die beweging is sociologisch kapot. Vergeet ook de sociaaldemocratie. Ze zit helemaal in het defensief en ze raakt er niet meer uit. Dat is de tragedie van traditioneel links: dat defensieve en behoudsgezinde betekent haar dood. »Zoals er ooit een hecht arbeidersbewustzijn was, zo wil ik dat bewustzijn creëren van peer-to-peer te zijn. Dat je een commoner bent die in een lokaal project werkt, maar dat je tegelijk ook deel uitmaakt van een mondiale groep die vooruit wil, ondanks de werkloosheid, de bankencrises en andere wereldproblemen. Dat moet de nieuwe progressieve logica zijn. Je legt je niet neer bij je eigen situatie en ook niet bij de zogezegde hopeloosheid waarin de wereld nu verkeert.»

SLOW TOOLS

HUMO Gaat die revolutie zich dan eerder in de ontwikkelde landen voordoen?

Bauwens «Dat hoet niet zo te zijn. Ik ben nu uitgenodigd door de president en de regering van Ecuador, en ik ga daar zes maanden in vaste dienst werken om de blauwdruk van een peer-to-peer-maatschappij te ontwerpen. Het is toch fantastisch dat zo’n land die sprong wil maken, weg uit het neokolonialisme?»

HUMO Hebben zo veel mensen een computer in Ecuador?

Bauwens «50 procent van dat land heeft toegang tot het internet. En dan niet omdat ze thuis een pc, laptop of smartphone hebben, maar via internetcafés. Ga naar een afgelegen dorp in het Amazonegebied, en daar is internet. »Neem de landbouw in Ecuador. 7O procent bestaat uit kleine boeren die niet over landbouwmachines beschikken omdat de agro-industrie niks produceert voor zulke kleine entiteiten. En omdat Ecuador niet de weg wil opgaan van al die andere landen waar de kleine familiale landbouw verdwenen is, zou men daar een industrie kunnen opbouwen van `open’ landbouwmachines, die geschikt zijn voor die kleine markt. De agro-industrie bouwt alsmaar grotere en duurdere machines, en dwingt boeren om uit te breiden zodat ze in steeds grotere schulden komen vast te zitten. In plaats daarvan overweegt Ecuador een andere weg, die ook een uitkomst kan bieden voor andere landen waar kleine boeren in de verdrukking zijn. »Op dat gebied zijn er trouwens al belangrijke initiatieven. Zoals het Slow Tools Project, dat kleinere machines ontwerpt voor jonge startende landbouwers in Amerika. Of het platform Farm Hack, waarin jonge boeren zich verenigen rond `sociale technologie voor een weerbare landbouw’. En in Frankrijk heb je ADABio Autoconstruction, dat kleine landbouwmachines fabriceert voor biologische boeren.»

HUMO Hoe past de handenarbeid van een magazijnier en een supermarktcaissière in dat verhaal? Welke rol gaan lager opgeleiden kunnen vervullen in die `revolutie van de kenniswerkers’?

Bauwens «Dat zal inderdaad een probleem zijn: dat een groep mensen vanwege hun lage opleiding niet direct een plaats zullen hebben in die verandering. Maar wat is hun toekomst als het klassieke systeem behouden bflijt? Die job van caissière, bijvoorbeeld, zal door self-scanning vervangen worden!»

HUMO Maar krijgen we een witteboordenrevolutie, waar die laagopgeleiden verweesd gaan achterblijven?

Bauwens «Het zal dan de taak van de overheid zijn om die mensen om te scholen. De metallo’s uit de Franse staalbekkens waren twintig, dertig jaar geleden ook hun werk kwijt, en die hebben ondanks hun traditionele arbeidersachtergrond toch veel jobs gevonden in de nieuwe economieën die er kwamen. Trouwens, als je de huidige economie behoudt, zijn er toch heel wat mensen met allerlei opleidingen die uit de boot vallen. Die zouden in een nieuwe sociale economie wel kunnen renderen, maar om zo’n economie te ondersteunen is politieke wil nodig.»

BIKE SHARING X 6000

HUMO Autodelen en couchsurfen, dat is delen, en `delen is het nieuwe hebben’. Mijn generatie, de babyboomers, schijnt daarvoor het minst warm te lopen.

Bauwens «Er is inderdaad een generatiekloof. Een Amerikaans onderzoek heet in 2012 die sharing atitudes getest, en daaruit bleek dat 35 procent van de jongeren tussen 20 en 30 voor sharing gewonnen is. En daarna zakt het percentage: dertigers zitten op 28 procent, veertigers op 21 procent, en vijftigplussers hebben er het minst zin in: 14 procent. Hoe jonger, hoe meer bereid om te delen. Allicht komt dat omdat jongeren al jaren vertrouwd zijn met sociale media, en met het delen van allerlei zaken.»

HUMO Ik ben afwezig op die sociale media, maar ik heb al twaalf jaar huisruil gedaan. Dat ruilen blijkt nu peer-to-peer te zijn.

Bauwens «Ja, mensen doen vaak al aan peer-to-peer zonder het te besefen. Zo nieuw is het allemaal ook niet. Al die bike sharing in de steden, daarmee kwamen de provo’s al af in het Amsterdam van de jaren zestig. Hun Witte Fietsenplan werd echter een fiasco omdat die deelfietsen gestolen werden. Nu hebben die ietsen een chip en worden ze veel minder gestolen. De technologie heet dat jarenzestigidee mogelijk gemaakt. Er zijn nu 6.000 bike sharingprojecten in de wereld. »In de jaren zestig en zeventig waren wij zeker ook met dat delen begaan. Ik heb in drie communes gewoond waar huis, tuin en keuken werden gedeeld. ‘t Is wel drie keer op een sisser afgelopen, en ook dát typeert die jaren zestig en zeventig. We hadden veel ideeën om de maatschappij te veranderen, maar het is dikwijls bij ideeën gebleven. Nu krijgen die ideeën vorm. Men wil niet alleen, men kán het ook. Dat is het verschil.»

HUMO De crisis en de levensduurte spelen toch ook mee bij het succes van sharing? Men deelt ook uit eigenbelang in plaats van uit idealisme.

Bauwens «Dat speelt zeker allemaal mee. Tussen 2005 en 2008 zag je het autodelen langzaam groeien in Amerika, en na de crisis in 2008 kreeg je een enorme versnelling.»

AARDAPPELBEWEGING

HUMO Je systeem brengt ook mee dat er minder overschotten en stocks gaan zijn.

Bauwens «Zie ook weer de middeleeuwen: wie een zadel nodig had, ging naar een zadelmaker. En die maakte dat. Die zadelmaker ging geen honderd zadels maken en nadien reclame voeren: koop onze zadels! Dat is typisch kapitalisme: je maakt veel stock en dan moet je die zien te verkopen. Daarmee zitten we pal in de problematiek van de duurzaamheid: al die marktoverschotten, al die kunstmatige behoeftes en modes die gecreëerd worden om het ding toch maar te verkopen. En zo groeien we op in een maatschappij waarin we altijd maar nieuwe dingen willen. »We moeten terug naar een systeem dat meer op gebruikswaarde is gericht. Zoals Wikispeed. Die maken een auto als een klant er één vraagt.»

HUMO Je haalt ook het voorbeeld aan van de Aardappelbeweging in Griekenland. Daar heeft men het systeem van de landbouwoverschotten aangepakt.

Bauwens «Die Griekse boeren kregen net zoals de boeren hier belachelijk lage prijzen voor het voedsel dat ze produceerden. Op een protestdag vorig jaar dumpten veertigduizend boeren hopen aardappelen in het centrum van de grote steden. Een aantal burgers vond dat absurd en is met hen gaan praten, en zo is een organisatie opgericht om die aardappelen niet meer aan de opkopers van de grootwarenhuizen te verkopen maar recht naar de consument te brengen. Nu, na amper zes maanden, gaat 17 procent van de aardappeloogst al rechtstreeks naar de verbruikers, en krijgen die boeren eerlijke prijzen. »De financiële crisis in Griekenland doet ook veel studenten en academici wegtrekken uit de dure steden, terug naar hun familie op het platteland. En daar voeren ze hun computerkennis in bij het controleren en bewaken van de serreteelten, en die computerkennis delen ze met andere tuinbouwers. Kijk maar eens op de Griekse site Solidarity for All, die meer dan drieduizend van die peer-to-peer-concepten telt. En de meeste zijn geënt op de traditionele levenswijze van het platteland. Dat is een uitkomst: je doet iets, en je bent niet langer afhankelijk van de politiek en van het monetaire systeem dat heel je land verlamt.»

TINA OF TAPAS?

HUMO In België ben je zo goed als onbekend, en toch sta je ­ met Mahatma Gandhi en Martin Luther King ­ in de top 100 van de Meest Verrijkende Persoonlijkheden van het Post Growth Institute (een internationale groep wetenschappers die ijvert voor een duurzame samenleving). Je reist de wereld rond en ziet heel wat bewegen, maar waarom ben je precies nú zo hoopvol gestemd?

Bauwens «Er is meer autonomie, meer zelforganisatie, en er wordt meer waarde buiten het bestaande systeem gecreeërd. De kleine signalen die ik tien jaar geleden zag, komen nu in een massale verspreidingsfase. En ik voorzie geen revolutie met een gewelddadige uitbarsting, wel een diepgaande maatschappelijke verandering.»

HUMO In 1993 zag je al heel vroeg de ontzaglijke mogelijkheden van het internet, maar dat was een technologische uitvinding. Hier is sprake van een sociaal-technologisch model: de uitkomst daarvan is toch veel moeilijker te voorspellen?

Bauwens «Kijk naar de gevolgen van de boekdrukkunst. Meer mensen konden de Bijbel lezen en dus ook bekritiseren, waardoor de macht van de Kerk achteruitging ­ want ze was haar monopolie op kennis kwijt. Dat gebeurt nu ook. Het internet was eerst alleen in handen van de militairen, maar maakt nu deel uit van ons dagelijks leven en heeft onze maatschappij diepgaand veranderd.»

HUMO Maar waarom zou onze maatschappij evolueren in de richting die jij voorspelt?

Bauwens «Dat mensen ooit mondiaal zouden samenwerken rond kennis, dat voorzag ik al in 1993. Ik werkte toen voor BP Nutrition, en het feit dat ik via internet wereldwijd kon praten met experts uit mijn vakgebied, dat was al een revolutie in mijn ogen. Wat ik toen nog niet kon zien, was hoe die gedeelde kennis een nieuw productiesysteem kon worden. Dat er naast die sociale logica van kennis delen ook een productieve logica kon volgen, die onze levenswijze, onze economie en onze politiek kon veranderen. »Ik zag die ontwikkeling voor het eerst in 2000. Ze kende een heel traag begin, maar nu zie je een sneeuwbaleffect. Dat een land als Ecuador zelfs op natieschaal in die richting wil evolueren is nooit eerder vertoond.»

HUMO De titel van je boek is `De wereld redden’. Een haast onmogelijke ambitie.

Bauwens «Dat klinkt heel ambitieus, maar het is een kwestie van geloof. Je hebt de moedelozen, die TINA zeggen: `There Is No Alternative’. Wij zeggen TAPAS: `There Are Plenty of Alternatives’. Een buitenstaander zal eilandjes zien en denken dat ieder voor zich bezig is. Maar er blijkt eenzelfde schema te zijn, waar mensen onbewust naartoe werken; een onderliggende structuur die niet toevallig is en die de logica bevat van dat nieuwe productiesysteem. En dat is nu mijn taak, ik wil al die losse draadjes verbinden via de P2P Foundation. »Mijn gave is dat ik patronen herken in wat ik zie, hoor en lees. En ik zíé dat er een toekomst is voor die structurele verandering. Ik zie het voor me alsof het al werkelijkheid is.»

Humo, 23/12/’13

Leave A Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *