Material Matters | Het alternatief voor onze roofbouwmaatschappij

Op 10 december 2016 verschijnt het boek Material Matters van Thomas Rau en Sabine Oberhuber. Material Matters is een spannende ontdekkingstocht naar het nadenken over onze rol op aarde. Een revolutionair boek, dat de wereld zoals wij die kennen volledig op zijn kop kan zetten.

In negen hoofdstukken vol aansprekende voorbeelden werken Thomas Rau en Sabine Oberhuber stapsgewijs toe naar een nieuw economisch model. Een wereld waarin de consument niet langer ‘eigenaar’ maar ’gebruiker’ is, materialen rechten krijgen en afval verleden tijd is.

Een utopie? Daar lijkt het niet op: Material Matters schetst het model dat deze revolutie mogelijk maakt. Met diverse cases tonen Rau en Oberhuber aan dat een toekomstbestendige wereld weleens dichtbij zou kunnen liggen.

Met het bovenstaande persbericht werd Material Matters vorig jaar aangekondigd. We zijn nu een paar maanden verder en we kunnen concluderen dat de boodschap van Thomas Rau en Sabine Oberhuber aanslaat. Met het bedrijf “Turntoo” proberen ze bedrijven te helpen om op een verantwoordelijke manier om te gaan met grondstoffen.

Ik sprak Sabine Oberhuber uitgebreid over het boek, de ideeën erachter en de overlappen met de visie van de P2P foundation. Het onderstaande artikel is een verslag van ons gesprek.

Walter Dresscher (WD) Het bedrijf wat jullie opgezet hebben, naast jullie architectenbureau, heet “Turntoo”, zou je daar iets meer over kunnen vertellen? 

Sabine Oberhuber (SO) Turntoo is opgericht in 2010, en waar het zich op richt is de transitie naar een andere economie. Wij zijn er van overtuigd dat de manier waarop we nu omgaan met grondstoffen onhoudbaar is in de toekomst. Het allergrootste aandeel van afval in de Europese Unie komt bijvoorbeeld van de bouwsector. Als je daarnaast ziet hoe ongelofelijk hard dat groeit is dat rede tot zorg. China heeft bijvoorbeeld in de afgelopen drie jaar meer cement verbruikt dan de VS in hun hele geschiedenis. Dat is exponentiële groei, en daar is onze economie op gestoeld. Dit is natuurlijk ongelooflijk! Met de hoeveelheid elektronisch afval wat we jaarlijks produceren kunnen we een rij van 23 000 km van 4 ton vrachtwagens vullen! Dat is de afstand van New York naar Tokio en terug… Dit is gewoon niet houdbaar.

(WD) Turntoo is dan een soort strategie? 

(SO) We zijn met Turntoo begonnen omdat we ons kantoor op een andere manier wilden inrichten. We zijn begonnen met het uitgangspunt dat we pertinent wilden voorkomen dat datgene wat wij nu gebruiken in de toekomst op de afvalberg belandt. We hebben een afspraak met Philips gemaakt: jullie mogen ons licht leveren en wij willen geen eigenaar worden van alle apparatuur. Philips is verantwoordelijk voor de performance en voor het terugnemen van alle spullen om het een tweede leven te geven. Philips moest dus zelf gaan nadenken over de hoeveelheid lichtpunten die ze nodig hebben en wat de allerbeste apparatuur is om het energieverbruik zo laag mogelijk te houden enzovoort. Je ziet dus dat als je de vraag omdraait, bedrijven totaal anders gaan nadenken over hun propositie. En dat is wat we willen bereiken met Turntoo. Samen met bedrijven kijken we op een andere manier tegen hun verdienmodel aan en dan zie je dat je met een andere propositie net zo veel geld kunt verdienen en een betere relatie kan hebben met je klanten. Niet ten kosten van grondstoffen, milieu en uiteindelijk ook je klanten, maar ten gunste.

Nieuw is nog net niet stuk

Momenteel als je een product koopt heb je het risico dat het kapot gaat, en heel snel ook. Het  model waarop we producten maken is in de twintigste eeuw langzaam verworden tot een “nieuw is nog net niet stuk” model. Dat is begonnen met de lampen fabrikanten (Philips, Osram, General Electric…) in de jaren 20, die hebben geconstateerd dat hun toenmalige model ervoor zou zorgen dat ze allemaal failliet zouden gaan omdat ze lampen maakten die zo lang mee gingen dat de markt volledig verzadigd zou raken. Dat wilden ze niet en ze hebben toen met elkaar afgesproken dat een lamp niet langer mee mag gaan dan 1000 uur. Daarmee ontstond er een nieuwe manier van denken in de productie wereld. Om de fabrieken draaiende te houden werden er geen producten meer gemaakt met een maximale levensduur, maar met een levensduur die de business modellen overeind konden houden. Het resultaat is een gigantische verspilling van grondstoffen.

Waar we voor pleiten is dat  producenten grip blijven houden op hun grondstoffen. Tijdens de productie moet je er als producent dus voor zorgen dat je grondstoffen weer terug gehaald kunnen worden on weer kunnen worden hergebruikt. Dat kan bijvoorbeeld via een service contract, dan is het voor producenten ook ineens wel interessant dat producten lang  mee gaan.

(WD) Kende je de P2P Foundation? 

(SO) Nee, eigenlijk niet. Maar ik heb met veel fascinatie naar jullie website gekeken en naar wat jullie proberen te bereiken en dat vind ik erg mooi. Ik ben eigenlijk heel blij dat je me hebt benaderd en dat ik mag kennismaken met jullie gedachtegoed. Uiteindelijk willen we hetzelfde! Die nieuwe economie heeft heel veel facetten nodig en we moeten als anders denkenden kijken waar we elkaar kunnen aanvullen.

Als je de belangrijkste boodschap van jullie boek in een paar zinnen zou moeten samenvatten, hoe zou die samenvatting dan zijn?

(SO) Wij willen mensen bewust maken van de context waarin we opereren. De aarde is een gesloten systeem en alles wat we doen heeft vergaande consequenties voorbij je eigen leven en je eigen behoeftes. En dat moeten we op een verantwoordelijke manier organiseren. Ten tweede is het belangrijk dat mensen de business modellen herkennen. Er zijn meerdere manieren waarop producten worden gemaakt, die ertoe leiden dat je een product snel moet vervangen. 1: “design to fail” of nieuw is nog net niet stuk; en 2: nieuw is nog net niet outdated waarmee je door continue updates gedwongen wordt om snel iets nieuws aan te schaffen. Wij vinden het heel belangrijk dat mensen de patronen herkennen in het huidige systeem. En daarnaast moet het voor mensen duidelijk worden dat dit alles is gebaseerd op een aantal impliciete of expliciete afspraken die je kan veranderen. We zijn geen slachtoffer van de werkelijkheid waarin we leven, maar kunnen deze mede vormgeven. En dat is eigenlijk de hoofdboodschap van het boek.

(WD) Het is dus voornamelijk bewustwording, niet alleen van de problematiek van het actuele systeem, maar ook van het feit dat we als consument de macht hebben om het te veranderen, dat we dus niet afhankelijk zijn van dit destructieve systeem? 

(SO) Nou, niet alleen vanuit de consument. We krijgen ook veel complimenten vanuit het bedrijfsleven want het heeft zoveel consequenties voor de manier waarop we dingen hier doen. Een directeur van een grote organisatie vertelde ons dat hij wil dat al zijn werknemers het boek lezen en zich erdoor laten inspireren. Het is niet alleen een activistisch boek voor de geëngageerde consument, maar het spreekt ook mensen in het bedrijfsleven aan en geeft hen een ander perspectief op hoe zij op een andere manier hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Andere business modellen is een ding, maar eigenlijk moet elk product een materialenpaspoort krijgen zodat een materiaal nooit meer in de anonimiteit kan verdwijnen. Als je ergens geen labeltje op kan plekken om te vertellen wat het is, ben je vaak geneigd het als waardeloos te beschouwen terwijl het helemaal niet waardeloos is. Recyclen is eigenlijk een omgekeerd proces. Je gooit iets weg omdat het waardeloos is geworden en recyclingbedrijven proberen er vervolgens nog een en ander uit te halen. Dat is natuurlijk een zeer sub-optimaal proces.

We moeten onze houding ten opzichte van wat ons zijn mogelijk maakt veranderen want materialen hebben ook recht op rechten. Dus we hebben de universele verklaring voor de rechten van het materiaal geschreven. In het boek leggen we uit wat daar het idee achter is. We moeten ons bewust zijn van het feit dat we een klein onderdeel zijn van een heel groot systeem. Technologie heeft ons de illusie gegeven dat we ons hebben los gemaakt van dit systeem. Ik denk dat we de komende jaren zullen zien dat dat ons enorm gaat inhalen en dat we een groot gedeelte van de wetmatigheden van dat systeem hebben genegeerd.

(WD) Jullie boek behandelt uitgebreid het thema verantwoordelijkheid. Als ik je goed heb begrepen bepleit je dat we moeten ophouden met het doorschuiven van de verantwoordelijkheid totdat het uiteindelijk bij de consument terecht komt. De consument weet het eigenlijk ook niet en heeft genoeg andere dingen die zijn of haar aandacht vragen. Betekent dit echter dat we in onze huidige tijd de burgers niet te veel moeten confronteren met de gevolgen van hun persoonlijk keuzes?

(SO) Je moet proberen de verantwoordelijkheid daar neer te leggen waar die ook genomen kan worden. Je kan als betrokken burger zorgen dat je mobieltje bij de afval verwerking komt en niet in de afvalbak. Dat is echter een sub-optimale manier van verantwoordelijkheid nemen voor alle materialen die erin zitten. We zullen eerst moeten bedenken hoe we ervoor zorgen dat alle materialen die in een product zitten er ook weer uitgehaald kunnen worden. En dan komt er wel een stuk verantwoordelijkheid bij de burger want als het product op die manier gemaakt is dan moet de burger alsnog de producten terugbrengen naar degene die de materialen er weer uit kan halen.

(WD) In hoeverre vind je dat we als professionals met verstand van zaken persoonlijke keuzes van burgers moeten proberen te beïnvloeden? 

(SO) De keuze tot consumeren is moeilijk te beïnvloeden en de vraag is ook of dat wenselijk is. Als het product echter niet meer aan de behoeftes van de consument voldoet zal het systeem zo moeten zijn ingericht dat alle materialen er weer uitgehaald kunnen worden. Dit betekent dat de consumenten goed geïnformeerd moeten zijn en op een eenvoudige manier hun producten weer moeten kunnen terugbrengen naar degene die de verantwoordelijkheid heeft voor de materialen die erin zitten.

(WD) Als de burgers dus goed zijn geïnformeerd en ze kunnen op een eenvoudige manier de producten inleveren is het een bewuste keuze van diezelfde burger geworden om juist niet aan het systeem mee te doen. Eigenlijk een soort verzet tegen een verantwoordelijk systeem? 

(SO) Ja, precies! En dit onverantwoordelijke gedrag leidt ertoe dat we in Nederland 23 miljoen euro aan goud jaarlijks kwijtraken. Dit is de consequentie van het feit dat consumenten hun electronica niet naar de milieustraat brengen.  Maar je kunt als burger slechts sub-optimaal je verantwoordelijkheid nemen omdat die verantwoordelijkheid door waar die genomen moet worden, bij de producent, niet genomen wordt.

(WD) Als het licht is, is het globaal, als het zwaar is, is het lokaal: dit is het principe van op commons gebaseerde peer-productie, waarbij kennis wereldwijd wordt gedeeld maar de productie kan plaatsvinden op basis van de vraag via een netwerk van gedistribueerde co-working ateliers en microfabrieken, lokaal dus. Wat is jou beeld van de toekomst van de productie keten?

(SO) Dit is een erg fascinerend idee en ik denk dat in de tijdperk van 3d printen de economie er ook daadwerkelijk zo uit kan zien. De eerste stap zou al kunnen zijn dat de guerrilla achtige repairshops geprofessionaliseerd worden, wellicht op coöperatieve wijze, om ervoor te zorgen dat alle producten die we al hebben langer in omloop kunnen blijven.

(WD) In jullie boek bepleiten jullie nieuwe manieren van samenwerken wat tevens nieuwe businessmodellen vergt. Zie je een rol voor coöperatieve manieren van samenwerken binnen jullie Turntoo model?

(SO) Ja absoluut. Ik denk dat we dat ook heel erg nodig hebben. Waar we ook voor pleiten is dat materiaal een dienst moet worden. Materiaal hebben we in bruikleen voor de toekomst. Ik heb ooit een slogan gezien van Patek Phillippe, een chique Zwitsers horlogemerk:

“You never actually own a Patek Phillippe. You merely look after it for the next generation”

En voor mij is dit in het principe hoe we met materialen om zouden moeten gaan. We kunnen ze eigenlijk niet bezitten.

(WD) Hetzelfde zou kunnen gelden voor bedrijven. Dat betekent dat je tijdelijk gebruik kan maken van een coöperatieve bedrijfsvorm om waarde bij te dragen aan de maatschappij en vervolgens kunnen de volgende generaties ermee verder gaan. 

Deze nieuwe businessmodellen en wellicht nieuwe bedrijfsvormen vragen ook een andere manier van kijken als het gaat naar economie. Wellicht is het BNP niet toereikend om de prestaties van een land te meten. Hoe kunnen we in de toekomst volgens jou de prestaties van maatschappijen beoordelen? 

(SO) Ik moet bij die vraag denken aan een gesprek dat ik recentelijk met een econoom had. Hij zei dat de circulaire economie ten koste gaat van de groei van de economie. Maar dat is gewoon niet waar, want als je kijkt naar werkgelegenheid, in een circulaire economie wordt heel veel werk verschaft. Ja, zei hij toen, maar werk wordt niet meegeteld in het BNP. Die kritiek op het BNP als maatstaf voor onze welvaart is natuurlijk terecht en die deel ik. En ik denk dat we ons moeten realiseren dat onze huidige fixatie op welvaart die gemeten wordt door BNP helemaal niets zegt over de gezondheid van de mensen en in hoeverre mensen op een waardevolle manier onderdeel kunnen zijn van een maatschappij.

(WD) Zelf ben ik nog zoekende naar een manier om de gezondheid en welvaart van mensen meetbaar te maken zonder gebruik te maken van het BNP. Maar ik kom daar niet uit. Hebben jullie daar een idee over?

(SO) Onze conclusie is telkens weer dat een methode om de ongelooflijk complexe werkelijkheid in een getal te vangen te veel nadelen met zich meebrengt. Er vallen namelijk altijd dingen af die geen aandacht krijgen en daardoor onbelangrijker lijken. Onze werkelijkheid is daar gewoonweg te complex voor. Misschien is het een set van indicatoren, maar hoe druk je gezondheid uit? Hoe druk je geletterdheid uit? In plaats van een civiele maatschappij hebben we een consumptie maatschappij gebouwd. En die fixatie op spullen vergaren in plaats van menselijke ontwikkeling heeft ons gebracht in deze economische en ecologische situatie.

(WD) Er zijn twee manieren om naar de huidige tijd te kijken. Of het is het begin van het einde, en vanaf nu gaat het allemaal bergafwaarts omdat de populisten ons naar de afgrond zullen brengen. Of het is het einde van het begin. De populisten zullen ons wakker schudden zodat we echt aan een nieuwe maatschappij kunnen bouwen. Wat denk jij? 

(SO) Nog het ene nog het andere. De vraag is welke kant gaan we op. Hoe sterk is de beweging die ons de juiste kant op brengt? Dat gaat niet vanzelf gebeuren, maar de potentie is er wel degelijk. Als ik zie wat momenteel aan het ontstaan is ben ik optimistisch dat het de goede kant op gaat, maar het is wel de vraag hoe ver we eerst nog de verkeerde kant op gaan. En daar ben ik wel bezorgd over.

(WD) Als we uiteindelijk jullie model hebben ingevoerd, is er dan nog behoefte aan het delven van grondstoffen of hebben we op een gegeven moment genoeg grondstoffen in omloop gebracht dat we kunnen stoppen met delven? 

(SO) Dat is natuurlijk absoluut waar we heen moeten. Dat betekent dat we de efficiëntie waarmee we onze grondstoffen gebruiken enorm moeten opvoeren. Je ziet bijvoorbeeld dat de efficiëntie bij arbeid enorm hoog is, terwijl het bij grondstof veel te laag is. Dit komt omdat we een belastingstelsel hebben dat arbeid enorm belast maar het gebruik van grondstoffen nauwelijks.

(WD) Hoe komt het nu dat dat niet lukt? Iedereen is het erover een dat we een “carbontax” zouden moeten invoeren, maar het gebeurt maar niet. 

(SO) Dat komt omdat de mensen die leiding moeten geven aan de transitie al gevangen zitten in het huidige business model.

(WD) Het is dus toch een kwestie van alternatieve business modellen bouwen, wellicht op coöperatieve wijze. Dus eigenlijk moeten wij het doen. 

(SO) Ik zie momenteel heel veel innovatie komen van kleine bedrijven en wij hebben al vaker gezien dat nieuwe business modellen en technologieën ineens een hele industrie kunnen kantelen. We moeten het dus eigenlijk niet laten afhangen van de machthebbers en de grote bedrijven. Ik geloof heel sterk in de innovatie van onderop. Ik denk dat als grote bedrijven zien dat het deze kant op gaat het een hele grote beweging kan worden. Het neerzetten van werkende alternatieven zullen we van de grote bedrijven niet moeten verwachten, en helaas ook niet van de overheid.

(WD) Ik had een paar jaar geleden een droom over een oneindig hernieuwbare grondstof. Wanneer een kopje je verveelt smelt je het kopje om tot een ander object. 3d printen 2.0 als het ware. Ik zag een bak met grondstof voor me waarvan het equivalent in de gebruiksduur van bijvoorbeeld 20 jaar ergens in een tuin opnieuw aangroeit. Dit zou betekenen dat we na 20 jaar deze grondstof kunnen begraven waarna het opgenomen wordt in de grond en we elders dezelfde hoeveelheid grondstof weer kunnen “plukken”. Als het ware net zoals het voorbeeld in jullie boek van de bomen in Oxford. Denk je dat het mogelijk is om zo’n soort grondstof te ontwikkelen? 

(SO) Ik denk zeker dat zoiets ontwikkeld kan worden. Wellicht niet voor alles, in de bouw hebben we waarschijnlijk nog steeds een ander soort grondstof nodig. Maar waar we voor moeten waken bij technologische oplossingen is dat we ons niet blindstaren op het idee dat het ooit technologisch opgelost kan worden en dat we daardoor niet de verantwoordelijkheid nemen voor vandaag de dag. Dat is een levensgevaarlijke houding.

(WD) Dat lijkt me een hele mooie afsluiting van ons interview. Heel erg bedankt voor je tijd en ik hoop dat onze lezers in grote getale jullie boek gaan kopen en lezen.

Woensdag 10 mei 2017 is er in de Rode Hoed een avond programma over het boek en het gedachtegoed.

Leave A Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *