Motivatie

P2P foundation (P2P) Waarom heeft u dit boek geschreven. In welke mate participeert het in een bredere en historische dialoog van emancipatorische bewegingen ?

Dirk Holemans (DH) Ik heb dit boek geschreven vanuit de verwondering dat de toenemende kennis over klimaatontwrichting en stijgende sociale ongelijkheid niet leidt tot veel meer burgerinitiatief en politieke actie. Enkel informatie, mensen bereiken op het kennisniveau, volstaat dus niet. Om mens en samenleving in beweging te krijgen is er meer nodig, je moet mensen op een dieper niveau raken. Dat doen nu jammer genoeg vooral de vele evoluties die mensen onzeker maken over de toekomst, denk aan migratie, terrorisme, ecologische problemen en de welvaartstaat die onder toenemende druk staat. En onzekerheid kan leiden tot een zekere verlamming, het vooral willen behouden van wat er is (of wat men denkt dat er nog is) en het zich afsluiten voor de broodnodige sociaal-ecologische verandering. Daarom ben ik ervan overtuigd, dat net als de welvaartsstaat het grote maatschappelijke project van vrijheid én zekerheid was van de 20ste eeuw, we nu nood hebben aan een nieuw groot project dat mensen terug perspectief geeft. Enkel als we transitie naar een sociaal-ecologische project omschrijven als een project van nieuwe zekerheid, waar mensen in alle vrijheid hun toekomst in handen nemen, kunnen we aansluiten bij de reële bezorgdheid van mensen over de toekomst van hun kinderen.

Ik zie dit project als een duidelijke opvolger van eerdere emancipatorische bewegingen binnen de Verlichting. De eerste grote beweging was in de 17-18de eeuw het liberalisme: in tijden van godsdienstoorlogen was het leven geen cent waard. Vandaar het sociaal contract: mensen staan een stuk van hun vrijheid af aan de rechtsstaat als die in ruil bescherming van ‘life, liberty and estate’ biedt. Wat later uitgroeide tot de democratische natiestaten.

Daarop volgde tijdens de industriële revolutie, als antwoord op de erbarmelijke leef- en werksituatie van arbeiders en hun gezinnen, de sociale strijd van arbeiders, onder meer in het socialisme. Het leidde tot de welvaartstaat en algemeen stemrecht voor elke burger.

Nu in de 21ste eeuw is de grote uitdaging om een goed leven voor iedereen te realiseren binnen de grenzen van de planeet. Het ecologisme gebruik ik als term voor deze zoektocht, dat actief aandacht schenkt aan de toekomstige generaties en mondiale ecologische rechtvaardigheid.

freedom photo

Vrijheid

P2P Freek de Jonge zei laatst in een conference het volgende: „Onze vrijheid, dat kan helemaal niet. Het is: vrijheid, maar als die alleen van mij of van ons is, dan gaat vrijheid ten koste van die van anderen.” U heeft een specifieke visie op het begrip “vrijheid”, Kunt u dat toelichten?

DH Mijn visie op vrijheid bevat heel specifieke punten. Ten eerste bekritiseer ik de standaard invulling van vrijheid in onze samenleving, namelijk die stelt dat ‘mijn vrijheid stopt waar die van jou begint’. Dat is echter een schrale invulling die maar de helft van het verhaal vertelt. Uiteraard is deze zogenaamde ‘negatieve vrijheid’ belangrijk: ook als mijn deur open staat heeft niemand het recht om zomaar mijn huis binnen te gaan, laat staan er zaken uit te nemen. Maar als mijn vrijheid stopt bij die van jou, hebben we niets gemeenschappelijk! Zo komen we tot de andere helft van vrijheid, de positieve vrijheid om samen zaken te realiseren. Dat lukt niet zonder publieke goederen (denk aan onderwijs en een rechtssysteem) en sociale goederen (zonder vertrouwen draait geen enkele organisatie). De ecologische denkers van het eerste uur, denk aan Gorz en Illich, omschreven die positieve vrijheid als autonomie, het vreugdevol potentieel om samen de toekomst in handen te nemen.

Mijn tweede punt vertrekt vanuit het belang dat systeemdenken toekent aan interacties, aan relaties. We zijn wie zijn door wat we doen in interactie met anderen en onze omgeving. De idee dat we ons, alsof we eilanden op een grote zee zijn, kunnen afsluiten van de invloeden van die interacties is ondertussen wetenschappelijk helemaal onderuit gehaald. Nobelprijs winnaar Kahneman toont hoe bepaalde beelden, zelfs als we ze niet bewust zien, ons gedrag toch beïnvloeden. Daar spelen reclamebedrijven, die ondertussen ook neurobiologen in dienst hebben, maximaal op in. Dat leidt tot de volgende paradox: willen we echt onze vrijheid als individu hanteren, moeten we ons vooral inzetten om onze omgeving vorm te geven. Dat betekent bijvoorbeeld, zoals de stad Grenoble doet, reclame bannen uit de publieke ruimte.

P2P Waarom denkt u dat specifiek  progressieven schrik hebben om het wegvallen van zekerheid, veiligheid en geborgenheid te benoemen?

Ze vrezen om zo op het domein van conservatieven te komen, waar ze zekerheid toe rekenen. Dat is een kapitale vergissing, het grootste succes van de 20ste eeuw van de progressieven, de welvaartsstaat, is juist de realisatie van sociale zekerheid. Progressieven moeten pro-actief een nieuw project van sociaal-ecologische zekerheid voor de 21ste eeuw ontwikkelen en uitdragen.

Verantwoordelijkheid

P2P In uw boek haalt u het voorbeeld aan van de provo’s die in Amsterdam de eerste deelfiets, de witte fiets, introduceerden. Ook de Witkar kan als inspirerend voorbeeld worden genoemd van een van de allereerste vormen van de deeleconomie, ook een initiatief van de provo’s. Hoe zorgen we ervoor dat dit soort ontwikkelingen niet afhankelijk blijft van alleen maar activistische burgers, maar ook onderdeel wordt van de mainstream?

DH Er zijn meerdere manieren om veranderingen in gang te zetten. Bottom-up is erg lang een buzz woord geweest als het gaat om transities. Het gaat er uiteindelijk om wie de verantwoordelijkheid neemt voor de transitie, de bewoners, de staat of bijvoorbeeld een aantal bedrijven.

P2P Waar vindt u dat de verantwoordelijkheid hoort te liggen voor de overgang naar een sociaal-ecologische samenleving?

DH Ik ga uit van een gedeelde verantwoordelijkheid van burgers en de politici die ze verkiezen. Het beleid moet de samenleving inrichten met het oog op de toekomst. Cruciaal is hier onder meer een gepast en moedig fiscaal beleid, dat de belastingen op koolstof-intensieve activiteiten verhoogt en die op arbeid sterk verlaagt (en ook de moed heeft om een progressieve vermogensbelasting in te voeren). Daarnaast dient de overheid de nodige stimuli te voorzien voor transitie-initiatieven en burgers de ruimte geven om zelf de toekomst in handen te nemen. Deze visie kan je omschrijven als de partnerstaat. Die bekijkt bijvoorbeeld een gemeente niet als een grondgebied dat je moet beheren, wel als een levendige gemeenschap met tal van creatieve mensen en groepen waar je mee samenwerkt. Om mensen ruimte te geven om initiatief te nemen, werk ik in mijn boek een transitiemodel uit: de overgang naar een 30-uren week als norm in combinatie met een basisinkomen van 500 euro (wat voor laag- en middeninkomens het verlies aan salaris door de arbeidsduurvermindering compenseert). Zo kan iedereen die wil over stappan op een vierdagenweek en de vijfde dag zich richten op activiteiten die de autonomie verhogen.

Het is langs de andere kant aan burgers om niet te wachten dat de politiek alles voor hen doet, dat is voor mij een povere opvatting van burgerschap. Gelukkig is de realiteit nu dat meer en meer burgers in actie komen, zowel met commons als in de positie als sociaal ondernemer. Uit onderzoek dat we vanuit Denktank Oikos deden in samenwerking met de Universiteit Utrecht, blijkt dat er nu 10 keer meer burgerinitiatieven per jaar worden opgericht dan 10 jaar geleden. Dat is dus een structurele kentering.

Belangrijke ontwikkelingen, zoals duurzame energie, zijn al lang niet meer afhankelijk van activistische burgers. Duitsland, dat met de Energiewende voorop loopt qua energie-transitie, zijn de helft van alle duurzame energie-installaties in handen van burgers en hun coöperaties.

Economie

P2P U gelooft in een de mogelijkheid om behoeftes te kunnen vervullen zonder  gebruik te maken van geld of markttransacties. Kunt u hier een voorbeeld van geven?

DH Er bestaan hier al tal van voorbeelden van. Neem nu bloed, een van de belangrijkste goederen in onze samenleving, 70% van de mensen hebben het nodig tijdens hun leven. Je zou denken: zo’n levensnoodzakelijke dienst, die laten we over aan de overheid of aan de markt. De realiteit is dan zowel in België als in Nederland het een civiele organisatie is die bloed verzamelt. Want burgers zijn het meest bereid tot een gift als ze past in de sociale relatie die verbonden is met commons. In de VS hebben ze ooit het bloedgeven uit de handen van burgerorganisaties gehaald en geprivatiseerd, vanuit de redenering: als we mensen geld geven, gaan ze nog meer bereid zijn om bloed te geven. Het resultaat was net het omgekeerde: als je bloed geven reduceert tot bij wijze van spreken waspoeder verkopen, dan hoeft het voor veel burgers niet meer. Want de sociale relatie gesteund op empathie en burgerzin is veranderd in een markttransactie.

P2P Kent u de initiatieven “onsgeld” en “positive money” en wat is uw visie op het alternatief wat zij schetsen? Kan een overgang naar schuldvrije geldschepping een bijdrage leveren aan meer zekerheid en veiligheid?

DH Die initiatieven zijn mij zeker bekend, ‘ons geld’ bespreek ik in mijn boek.  De initiatiefnemers vinden dat het recht om geld te creëren exclusief bij de overheid thuishoort. In functie daarvan zou een specifiek publiek instituut moeten worden opgericht dat gecreëerd geld in omloop brengt door het te besteden of rentevrij uit te lenen. De winst die dit oplevert moet aan maatschappelijke doeleinden worden besteed. Dit systeem zal volgens de initiatiefnemers het banksysteem veiliger maken en de schulden bij gezinnen en bedrijven verminderen. Ik vind dit een belangrijk initiatief dat het debat ten gronde heeft gestimuleerd (tot in het Nederlandse parlement) en verder bestudeerd moet worden. Waar ik het zeker mee eens ben, is regeringen tot in zekere mate (bijvoorbeeld tot 60% van de staatsschuld) rentevrij moeten kunnen lenen bij de centrale bank. Het is absurd dat regeringen -en dus hun burgers- moeten betalen omdat ze bij via private banken bij een openbare instelling geld lenen. Zo maak je bankiers slapend rijk.

P2P In uw boek ontwikkelt u een bepaalde visie. Wat is nog de rol van politiek, van politieke partijen, en van ideologie in het veranderingsproces dat u voorstelt ?

DH Ik maak een onderscheid tussen ‘de politiek’ (het beheren van de huidige toestand) en ‘het politieke’: systeemveranderingen (incl. machtsverhoudingen)  nastreven om een duurzame samenleving te realiseren. Nu zit de politiek veel te veel vast in het eerste, hoe belangrijk dit ook is. Politieke partijen hebben nog een toekomst als ze terug het politieke omarmen, zich omvormen tot open organisaties die vertrekken vanuit burgerparticipatie.

P2P Heeft u het gevoel dat er in België en/of Nederland politieke partijen zijn die ver genoeg gaan in het vormgeven van de broodnodige alternatieven?

DH Ik ben zelf actief op lokaal vlak bij de groene partij, omdat zij het sterkst die nood aan systeemverandering aanvoelt (weg van de fossiele brandstoffen gestookte groei-economie die de voorbije decennia milieuvervuiling én groeiende ongelijkheid met zich meebracht). Als gemeenteraadslid in Gent kan ik getuigen dat we daar werk maken van systeemtransities: een doortastend mobiliteitsplan, duidelijke stappen richting een klimaatneutrale stad, een onderwijsbeleid dat actief inspeelt op de toenemende diversiteit bij de bevolking.

Commons

P2P Wat is de rol van de commons in uw visie op de samenleving?

DH Dat is daar een cruciaal onderdeel van. Meestal gaat men in het maatschappelijk debat ervan uit dat er maar twee manieren zijn om zaken te organiseren in de samenleving: de markt of de staat. De commons – samen zorgzaam beheren wat we belangrijk vinden als burgers – zijn echter een derde, op zichzelf staande organisatiewijze die haar deugdelijkheid de voorbije eeuwen heeft bewezen. De natiestaat is nog maar twee eeuwen oud, er zijn commons bekend (bijvoorbeeld weidegronden) die acht eeuwen hebben stand gehouden. En met de komst van internet is het nu veel eenvoudiger voor burgers om zich te organiseren door middel van commons, denk aan Wikipedia. Wat 20 jaar geleden of vroeger niet lukte – denk aan de witte fietsen in Amsterdam- gaat nu zonder veel transactiekosten: fietsen of auto’s delen in een straat, buurt of stad. Hetzelfde geldt voor korte keten landbouw: door internet kunnen de leden van een voedselteam moeiteloos voedsel bestellen bij een waaier aan lokale producenten. Organiseer dat maar een keer zonder internet.

brotherhood photo

P2P Vrijheid en gelijkheid waren maar 2 van de 3 moderne waarden die door de Franse Revolutie werden ingehuldigt. Maar wat is er gebeurt met de derde, broederlijkheid. Wat denkt u er zelf van ?

DH Die derde waarde stond in de voorbije neoliberale periode sterk onder druk, er werd ons verteld dat er maar twee zaken van belang zijn: jezelf en je koopkracht (en de reclame fluisterde in je oor: ‘want je bent het waard’). Het gevolg: de emanciperende vrijheidsgedachte van mei ‘68 werd gekaapt door het kapitalisme. Gelukkig zien we de laatste 15 jaar een duidelijke kentering: mensen herontdekken het collectieve, halen zingeving en plezier uit het samen op poten zetten van allerlei initiatieven. Doorheen deze nieuwe collectieve praktijken introduceren zij nieuwe vormen van broederlijkheid en solidariteit. Daar past ook de intrede van een nieuw mensbeeld: zowel de praktijk als wetenschappelijk onderzoek toont dat de egocentrische homo economicus een constructie is, een ons ons opgedrongen handelingswijze. Van nature is de mens empathisch, als homo cooperans is hij in de eerste plaats gericht op samenwerking. Het is nu aan ons om de samenleving in te richten dat deze gerichtheid alle kansen krijgt.

De weg vooruit

P2P Wat moet er nu op korte termijn gebeuren als eerste stap voorwaarts?

Ik hanteer in mijn boek als model van verandering het concept van revolutionair reformisme. Dat gaat over transitie-initiatieven die elkaar versterken en versnellen, zodat er virtueuze cirkels ontstaan: goede initiatieven die op doordachte wijze het gezelschap krijgen van andere, zodat het nog beter en sneller gaat. Dat is nu al mogelijk op niveau van steden waar het gonst van burgerinitiatieven. Die initiatieven zouden zich – net zoals de vakbonden in de 20ste eeuw de drijvende kracht waren- kunnen organiseren in nieuwe stadsbonden. Die kunnen in een innovatieve samenwerking tussen het bestaande middenveld en nieuwe burgerinitiatieven een toekomstproject voor hun stad uittekenen. Je hebt zo’n project nodig om de verschillende initiatieven gericht met elkaar te verbinden. Denk aan een project van stadslandbouw dat beroep doet op een een burgercoöperatie die transport verzekert met elektrische bakfietsen en dito bestelwagens. Waarbij ze hun stroom afnemen van de energiecoöperatie die windmolens heeft staan net buiten de stad. Als je daar nog een maatbedrijf (sociale werkplaats voor mensen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt)  bij betrekt die met de stadsgroenten zaken bereidt voor de sociale restaurants in de stad, ben je al een heel eind op weg naar een echt duurzame stad in de 21ste eeuw.

Het boek kan je bestellen bij Oikos Denktank, alle info op Oikos.be

Leave A Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *