Origineel artikel geplaatst op 11 augustus 2014 door: Skipr Redactie
Het aantal coöperaties en burgerinitiatieven op het snijvlak van wonen, zorg en welzijn groeit sterk. In totaal telt Nederland inmiddels zo’n 100 initiatieven, zo blijkt uit een recente inventarisatie van kennisinstituut Vilans en Aedes-ActiZ Kenniscentrum Wonen-Zorg. Ongeveer een derde is daadwerkelijk bezig met het op coöperatieve basis regelen van zorg.
In 2012 kwam het aantal zorgcoöperaties en burgerinitiatieven nog uit op circa 30. De verdrievoudiging hangt onder meer samen met de trend van extramuralisering, de overheveling van zorgtaken naar de gemeenten en de verschraling van het reguliere zorgaanbod.
Zorgtaken
Binnen ongeveer 30 initiatieven zijn de betrokkenen daadwerkelijk bezig met het regelen van zorg voor hun leden via dorpsondersteuners, wijkzusters of steunpunten. Sommige zorgcoöperaties beschikken zelfs al over zorgwoningen. Van de 24 burgerinitiatieven die vooralsnog alleen diensten verlenen oriënteert ruim de helft zich op het uitbreiden van het dienstenpakket naar zorg.
Van de huidige 100 initiatieven kunnen er 85 echt gezien worden als burgeronderneming, zo stelt Aedes-ActiZ. Bij een burgeronderneming is de burger initiatiefnemer en gaat het om vrijwillige inzet voor de directe leefomgeving. Een aanzienlijk deel (19 procent) van de burgerondernemingen is opgericht in 2013. Dit jaar kwam daar nog eens acht procent bij. De verwachting is dat het aantal nieuwe coöperaties in 2014nog verder zal oplopen. Slechts 11 procent is voor 2009 opgericht.
Opvallend is de populariteit van de zorgcoöperatie in Noord-Brabant. Van de burgerondernemingen is 41 procent in Noord-Brabant opgericht, voornamelijk in het oostelijk deel van de provincie. Burgerinitiatieven die wonen, zorg en welzijn verenigen doen het vooral goed in kernen van 500 tot circa 20.000 inwoners. Hier weten de initiatieven in korte tijd honderden inwoners te verenigen.
Een succesfactor is de aanwezigheid van enkele actieve burgers met bestuurlijke ervaring en ervaring in de zorg. Het gros van de mensen die zich inzetten voor coöperaties, zoals vrijwilligers en bestuurders, is 60-plusser.
Toekomst
Hoewel het doel van veel initiatieven vergelijkbaar is, namelijk langer zelfstandig wonen, loopt de organisatievorm vaak sterk uiteen. Juridisch gezien vallen de initiatieven uiteen in coöperatieve verenigingen, verenigingen en stichtingen. Daarnaast loopt het aanbod van diensten sterk uiteen. Veel initiatieven beginnen met welzijnsdiensten zoals klussen en boodschappen. Ook een loketfunctie met advies over zorg komt veel voor. Sommige initiatieven sturen lokale zorgprofessionals aan of hebben zelfs een betaalde kracht in dienst, zoals een wijkverpleegkundige.
Ondanks de sterke groei van het aantal zorgcoöperaties is fenomeen on Nederland nog relatief klein. Daarin verschilt de situatie met die in Verenigd Koninkrijk en Italië, waar coöperaties zich hebben verenigd in grote koepelorganisaties die die door hun marktaandeel de regionale grenzen overschrijden. Volgens Vilans en Aeds-ActiZ is een dergelijke institutionalisering van de zorgcoöperaties in Nederland niet uit te sluiten.