uit: De tijd van 19 april 2014, door Bart Haeck
Uber en Airbnb dwingen overheid klantvriendelijker te worden
“Uber en Airbnb zijn revolutionair omdat ze het via een app op je telefoon supermakkelijk maken een plaatsje in je wagen of een kamer in je huis te verhuren. Vroeger gebeurde zoiets voor vrienden en kennissen. Nu kan het op grote schaal, als een lightversie van wat professionele taxichauffeurs en hoteluitbaters doen. Meteen rijst de vraag hoe sterk we die lightversies moeten reguleren. Zo sterk dat we de nieuwe technologie de facto verbieden? Of zo licht dat er risico’s ontstaan?”
uit: “Wijs”, 18 april 2014: Uber, Airbnb en desintermediering
“Uber, Airbnb en consoorten zijn niet zo maar nieuwe bedrijven die zich als concurrent naast bestaande bedrijven plaatsen. Het gaat in essentie over de desintermediering die internet met zich meebrengt; over de sharing economy die zichzelf aan het vormen is; over consumenten die zichzelf organiseren in een peer-2-peer model.” (…)
“Innovatie en vernieuwing situeert zich altijd aan de onderkant. Consumenten schakelen over op een totaal nieuw product of dienst omwille van een eigenschap die haaks staat op het bestaande, en accepteren daarbij lagere kwaliteit. (Dat principe heet Satisficing.) Toen de gsm opkwam bijvoorbeeld, aanvaarden we dat de gesprekskwaliteit minder was en de prijs per minuut hoger – omwille van het nieuwe aspect van mobiliteit. Pas na verloop van tijd wordt de kwaliteitsverwachting weer opgebouwd en moeten alle aanbieders mee in het verhogen van die kwaliteit – tot de tijd rijp is voor de volgende disruptie.”
“Consumenten die zich in die P2P-platformen zelf organiseren, zijn ook heel actief bezig met die online research. Selectie en evaluatie gebeurt dus ook P2P en online. De desintermediering zit niet alleen aan de kant van het aanbod, maar ook aan de kant van regulering. De rol van de overheid wordt ook door het platformdenken overgenomen: reviews, ratings… Dat kan, omdat het platform vraag-aanbod losgetrokken wordt van de effectieve productie van dat aanbod: Airbnb en Uber hebben geen rechtstreeks belang in de afzonderlijke taxi’s en kamers, dus ze kunnen objectief zelf reguleren. Er is geen belangenvermenging. (Waarom accepteren we trouwens met veel gemak dat banken, waar die belangenvermenging veel groter is, aan zelfregulering doen?)
Wie de P2P-platformen op dezelfde manier wil reguleren als de traditionele commerciële aanbieders, verandert ‚bescherming tegen uitwassen’ in ‚paternalistische betutteling’. En getuigt van een totaal onbegrip en onkunde over hoe online natives zich gedragen (met name vooral research).”
uit: Regeln Uber Alles, door Bert Schelfhout, voorzitter Jong VLD, verschenen op 18 april 2014 in Knack
“Het bedrijf Uber laat mensen zich aanmelden als vrijwillig chauffeur via de app UberPop. UberPop-gebruikers in Brussel kunnen dan een rit boeken, tegen een variabele vergoeding aan de chauffeur (‘s nachts zijn er immers minder mensen bereid om uit hun bed te komen, vraag en aanbod dus). In een tijd waarin we met z’n allen gemotiveerd worden om te carpoolen en te autodelen, klinkt dit als een prima initiatief, maar helaas is de taxisector een van meest strikt gereguleerde van dit land. Mensen op zoek naar een bijbaantje kunnen achter extra inkomen fluiten, reizigers moeten op zoek naar – vaak minder handige – alternatieven: slechts traditionele taxibedrijven worden beter van deze beslissing. Het staat hen nochtans vrij om Uber te beschuldigen van concurrentievervalsing. Helaas is het ‘Uber’-voorval niet eens uitzonderlijk: een gelijkaardige casus deed zich ook eind vorig jaar voor, toen Brussel de activiteiten van de populaire social lodging-site Airbnb sterk aan banden legde.
Het fenomeen is uiteraard niet beperkt tot het hedendaagse België. Reeds in 1850 schreef de Franse econoom Bastiat over dit thema zijn satirische “petitie van de kaarsenmakers”, waarin kaarsenmakers de overheid aanschrijven met de vraag om de zon te verbieden, omdat zij zelfstandig de strijd niet aankunnen met deze concurrentie. Helaas blijft ook vandaag de dag innovatie geremd omdat het bestaande wettelijk kader geen rekening houdt met innovatieve en dus per definitie onvoorspelbare ideeën. Het is dan ook cruciaal, om werk te maken van een wetgevend kader dat voorzien op dat wat niet voorzien kan worden; een kader dat niet om de paar jaar à la tête du client herschreven moet worden, maar dat ademruimte biedt aan frisse, creatieve ideeën. Dit lijkt moeilijk, maar de oplossing kan amper simpeler: leg de regelneverij waar onze overheden aan lijden zélf aan banden. Creëer een soepel wetgevend kader dat slechts publieke veiligheid en milieu beschermt en roep het micromanagement in zowat elke economische sector een halt toe.”
uit Uber: geen cowboys, maar eerder outlaw – door Benjamin Dalle (CD&V), verschenen in De Tijd op 19 april
“In Brussel geldt een vergunningsplicht voor elke aanbieder van taxidiensten, met name alle bezoldigde vervoersdiensten van personen met een auto met bestuurder. Zo’n vergunningsplicht bestaat ook in Vlaanderen en in de meeste beschaafde landen. Ze is bedoeld om de veiligheid van de gebruiker en de kwaliteit van de dienstverlening te garanderen. Uber heeft nooit zo’n vergunning aangevraagd en is dus illegaal een activiteit gestart. De Brusselse rechtbank van koophandel heeft dat vastgesteld en een verbod opgelegd.
Dat Uber het vonnis zomaar naast zich neerlegt en zijn service illegaal blijft aanbieden, is niet alleen een aanfluiting van onze rechtsstaat, het is ook niet zonder risico’s voor de bevolking. Wie garandeert dat de taxigebruikers instappen in een veilige en correct verzekerde wagen, met een voor de taak geschikte en bekwame chauffeur?
Brussel heeft grote inspanningen gedaan voor een eenvoudig en transparant wetgevend kader voor taxidiensten. En dan plots in het wilde weg mensen vervoeren tegen betaling? Dat kan uiteraard niet door de beugel.
Overigens, Brussel staat niet alleen: ook in Berlijn heeft een rechter Uber juridisch aan banden gelegd. De Uber-taxi’s rijden echter nog altijd rond. Het Wilde Westen? Het zijn geen cowboys, maar eerder outlaws, die zichzelf buiten de wet en de regelgeving hebben gesteld.”