Uittreksel (verschenen op 23 maart 2012 in The Post Online)
De wereld van vandaag wordt gekenmerkt door een aantal ingrijpende ontwikkelingen. Op het internationale vlak zien we een economische machtsverschuiving van westerse industrielanden naar de opkomende economieën, zoals China, India, Brazilië en Rusland. De economische groei in deze landen ligt tussen 6 en 9 procent per jaar, terwijl de meeste westerse landen het moeten doen met minder dan 2 procent. Maar ook in landen als Indonesië, Mexico, Zuid Korea, Zuid Afrika en Turkije neemt de groei toe. Daarnaast heeft de wereldwijde razendsnelle digitalisering van onze samenleving een sterke invloed op de economische ontwikkeling en werkgelegenheid. Internet beïnvloedt onze wijze van werken, ondernemen en leren. Maar ook onze arbeidsproductiviteit en welke bedrijven hun omzet kunnen vergroten of hun omzet in het internettijdperk zien teruglopen of zelfs niet meer kunnen overleven. Ook heeft het wereldwijde web invloed op de vraag waar ondernemers zich willen vestigen. Landen met de beste internetinfrastructuur, zoals supersnel internet en een adequate wettelijke regels die het vrije internet waarborgen, beschikken daarmee over een extra wervingskracht om nieuwe bedrijven en kenniswerkers naar hun land te halen en bestaande bedrijven te behouden. Door de snelle opmars van het web nemen de effecten daarvan op de groei van de economie en de werkgelegenheid toe en daarmee ook op de welvaart en de verdeling daarvan in de wereld. Nederland moet voorop gaan lopen; daarmee jagen we op een duurzame wijze onze economie aan.
Internet verandert de wereld
De wereld telt begin 2012 ruim 2 miljard internetters (circa 30 procent van de wereldbevolking). Vijf jaar geleden lag het aantal gebruikers rond de 1 miljard. In de komende jaren neemt het aantal gebruikers van het net toe tot meer dan 3 miljard. Ruim 60 procent van de mensen die in de wereld toegang tot het internet heeft, is dagelijks online; in Nederland is dit 70 procent. De komende jaren nemen deze percentages nog verder toe. Steeds meer goederen en diensten worden online aangeboden of aangeschaft. Het aantal online (commerciële) transacties op allerlei terreinen en het online betalen nemen explosief toe. Dat geldt ook voor het gebruik van de zogenoemde sociale media als Facebook, Google+, Twitter en LinkedIn; steeds meer bedrijven zetten deze netwerken in voor zakelijke doeleinden. Met meer dan 850 miljoen leden is Facebook verreweg de meest bezochte netwerksite. De opmars van het internet leidt in het bedrijfsleven tot nieuwe concurrentieverhoudingen. Daardoor zullen er in verschillende bedrijfssectoren nieuwe verdienmodellen geïntroduceerd worden. Veel bedrijven onderkennen deze noodzaak nog onvoldoende; ze onderschatten ook de snelheid waarmee de digitalisering om zich heen grijpt. Internet gaat ook een grotere rol spelen op het terrein van het milieu- en klimaatbeleid. Internationale beleidsmakers die zich bezighouden met het ontwikkelen van effectieve maatregelen die de opwarming van de aarde kunnen tegen gaan, concluderen dat door ‘meer en slim internet’ de uitstoot van broeikasgassen (vooral CO2) aanzienlijk kan verminderen, wereldwijd met 15 procent. De beschikbaarheid van supersnel internet wordt een steeds belangrijkere vestigingsfactor voor bedrijven, kennisinstellingen, kenniswerkers en jongeren. Daardoor kunnen er nieuwe diensten ontstaan, bijvoorbeeld op het terrein van zorg (e-health), onderwijs, communicatie en beveiliging. Steden kunnen met supersnel internet hun locale economie versterken. Het internet wordt steeds belangrijker voor de groei van de economie en werkgelegenheid. Daarom zijn in diverse landen politieken beleidsmakers bezig met het ontwikkelen van een internetbeleid waarmee deze groei door de overheid in samenwerking met het bedrijfsleven kan worden gestimuleerd.
Hoe wordt Nederland het belangrijkste internetland in de wereld?
De belangrijkste maatregelen om dit te bereiken zijn: in alle steden en dorpen wifi; supersnel internet, vooral voor bedrijven; de invoering van een verplicht vak internet in het onderwijs; een snelle digitalisering van onderwijs en opleidingen (‘iPad onderwijs’), het bevorderen van het nieuwe digitale werken en meer werknemers met een technische opleiding. Daarnaast is het nodig dat we een goed internationaal (fiscaal) vestigingsklimaat voor internetbedrijven realiseren en dat we de invoering van e-health in de zorgsector versnellen. De overheid moet ook in eigen huis stevig aan de slag door zoveel mogelijk activiteiten via het internet te laat lopen (e-government of wel de digitale overheid). Bovendien is het nodig dat ons bedrijfsleven, dat nu achterloopt, wereldwijd voorop gaat lopen met een geïntegreerde bedrijfsinternetstrategie (e-business) die een een geïntegreerd onderdeel moet zijn van alle bedrijfsprocessen. Daarbij dient de digitale communicatie plaats te vinden in de belangrijkste wereldtalen. Internationaal gezien vallen de bedrijven in Nederland op het vlak van ICT- en internetgebruik anno 2012 buiten de kopgroep. Dat moet snel veranderen, onze bedrijven verliezen daardoor omzet.
Voor de complete PDF van het rapport: Nederland moet op de schop zie hier.