Fragment uit de inleiding van Francine Mestrum over Europa op het debat van maandag 21 juli in NTG tijdens de gentsefeestendebatten, verschenen op De Wereld Morgen op 22 juli 2014.

(…)

“Als de linkerzijde de mensen niet langer kan overtuigen van de relevantie van haar boodschap, moet die boodschap zelf misschien eens onder de loep genomen worden. Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat de meeste elementen van de boodschap nog even belangrijk zijn als vijftig of honderd jaar geleden. De linkerzijde staat voor internationale solidariteit, sociale rechtvaardigheid, economische en politieke democratie. Hoe dat alles moet bereikt worden is een andere vraag. De wereld is de afgelopen vijftig jaar grondig veranderd, de economie en de maatschappij hebben andere behoeften en het verhaal waarmee men de mensen toespreekt moet daar rekening mee houden. Kenmerkend voor Syriza en Podemos was precies dat ze de taal van het volk hebben gesproken, ingaand op dat wat mensen zorgen baart, werk, pensioen, gezondheid, huisvesting… Voor een deel van de linkerzijde is dat echter “reformistische praat”, ze spreken liever over het kapitalisme en het imperialisme, het komt nooit bij hen op dat sociaal beleid ook een drijfkracht kan zijn voor structuurveranderingen. Ze denken dat de volledige werkgelegenheid nog terug komt, dat er stabiele jobs voor iedereen nodig zijn en dat de overheid daarvoor moet zorgen.

Het is maar één voorbeeld, maar men kan makkelijk zien waar het fout zit met het linkse discours vandaag. De drie grote prioriteiten van de Alter-Summit zijn vandaag: actie tégen het TTIP, tégen de soberheid en tégen extreem-rechts. Alsof dit blijven tégen zijn aantrekkelijk is voor de mensen. Wat mensen vragen is zekerheid en bescherming, en dat moet hen aangeboden worden, op een betere en rechtvaardiger manier dan wat rechts doet.

En ja, dat houdt in dat we tegen TTIP, soberheid en extreem-rechts zijn, maar je moet het anders aanpakken, terwijl je er ook rekening moet mee houden dat we in een geglobaliseerde wereld leven, ook al zal de linkerzijde die globalisering willen terugschroeven of reguleren. Voortdurend kijken naar het verleden is geen goede strategie, we kunnen en moeten daar niet naar terug. Er moet een toekomstgerichte boodschap met hoop voor de mensen worden verteld. Iets positiefs. Er moeten reële alternatieven worden aangeboden, want we zijn het er wel over eens dat het huidige beleid hoegenaamd niet deugt. En we moeten denken aan een strategie om te komen waar we willen zijn. Met meer dan de 30 procent die we vandaag bereiken.

Kijken in de spiegel

Links moet in de spiegel durven kijken, maar moet stoppen met te praten tegen zichzelf. Links moet zijn publiek uitbreiden en gaan praten met mensen die ons vandaag niet genegen zijn. Links moet een meerderheid bereiken. Er zijn vandaag ontzettend veel jonge mensen die niet langer het verschil kennen tussen de nazikampen en de goelag, tussen de eerste en de tweede wereldoorlog. Maar de linkerzijde gaat naar hen toe en spreekt over uitbuiting en revolutie. En is dan verbaasd dat niemand naar hen luistert.

We leven in een heel paradoxale tijd. West-Europa is het rijkste subcontinent ter wereld, heeft nog steeds de allerbeste sociale bescherming en de grootste vrijheid. Onze democratie is lang niet volmaakt, te veel mensen zijn arm en onze verzorgingsstaten worden afgebouwd. Maar we leven, in grote meerderheid, nog steeds in een onvoorstelbaar bevoorrechte positie in vergelijking met de rest van de wereld. Wat doe je dan? Dit relatief goede maar onvolmaakte systeem teniet doen of proberen het te verbeteren en ook uit te voeren naar de rest van de wereld? Wat willen we trouwens in de plaats van datgene wat nu zo makkelijk wordt verguisd?

(…)

Leave A Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *