De P2P werkgroep binnen De Toekomstfabriek organiseerde samen met Victoria Deluxe in Gent een denkdag op donderdag 12 maart onder leiding van Michel Bauwens en Francine Mestrum.

De bedoeling van deze denkdag was om rond een vijftal stellingen te werken, gecentreerd rond de P2P-economie en aanverwante thema’s (bv. het onvoorwaardelijk basisinkomen).

We publiceren hier de stelling van Fred Louckx

Michel Bauwens en zijn P2P Foundation hebben in de voorbije jaren terecht gewezen op het maatschappelijk belang van peer-to-peer productie. Hun werk past ongetwijfeld binnen de uitgangspunten van De Toekomstfabriek, met name het ontwikkelen van een laboratoriumfunctie rond allerlei maatschappelijke vraagstukken, met de bedoeling onze toekomstige samenleving vanuit een collectief emancipatorisch proces vorm te geven.

Anderhalve eeuw nadat Marx in 1858 in zijn beroemde machine-passage van de Grundrisse wees op het maatschappelijk potentieel van de General Intellect , is P2P als een vorm van kennis-, code- en designproductie werkelijkheid geworden. Deze P2P initiatieven openen perspectieven voor de ontwikkeling van commons-georiënteerde productie-activiteiten in de schoot van de huidige kapitalistische verhoudingen. Dit zou – volgens Michel Bauwens –een belangrijke stap zijn in de richting van een postkapitalistische samenleving. Alhoewel we het belang van deze P2P initiatieven zeker niet willen onderschatten, lijkt deze ambitie ons toch wel te hoog gegrepen.

Deze overschatte verwachtingen zijn wellicht toe te schrijven aan een aantal factoren:

1. De rudimentaire analytische onderbouwing van de historische en economische context waarbinnen P2P wordt gesitueerd ( zie bijvoorbeeld pagina’s 23-25, 45 en 92 van De Wereld Redden ).

2. Het angstvallig vermijden van het meerwaarde- en klassenbegrip, waardoor economische uitbuiting grotendeels buiten beeld blijft.

3. Het overmatig benadrukken van de rol van motivatie i.p.v. positie t.o.v. productiemiddelen, waardoor men tot ‘merkwaardige’ uitspraken over het kapitalisme komt ( bijvoorbeeld pagina 28: ‘In het kapitalisme werken mensen samen uit vrije wil. Er is geen onderdrukking nodig ‘ )

4. De sterke bibliografische oriëntatie op ‘managerial’ literatuur, gekoppeld aan een ogenschijnlijke smetvrees voor auteurs uit de meer radicaal linkse hoek ( we denken hier onder meer aan Negri, Virno en De Angelis ), die nochtans zeer lezenswaardige teksten hebben geproduceerd over de commons als emancipatorische potentia .

5. Het ontbreken van een grondige politieke analyse die verder gaat dan enkele simplistische uitspraken over revolutie ( pagina 85: ‘Willen we echt doorheen de ervaring van de Franse of Russische Revolutie waarbij miljoenen slachtoffers zijn gevallen ? Ik denk dat we een dergelijk scenario moeten vermijden als we dat kunnen’ ), coalities ( p. 107: ‘piratenpartij, groenen, nieuwe linkse partijen en sociale liberalen’ ) of de staat ( p. 119: ‘de partnerstaat’ ).

6. De vaststelling dat de commons zich in de visie van Michel Bauwens niet kunnen reproduceren zonder financiële steun van kapitalistische bedrijven ( dat geldt ook voor de Peer Production License, waarin het begrip wederkerigheid wordt geïntroduceerd ) ; het alternatief van een basisinkomen om deze vicieuze cirkel te doorbreken wordt even aangehaald ( pagina 77 ), maar niet uitgewerkt.

Betekent dit alles nu dat we de P2P-beweging kunnen herleiden tot de zoveelste rage (na het altermondialisme, de transitiebeweging enz.)? Helemaal niet. P2P en het commons-denken hebben wel degelijk het potentieel om een collectief emancipatorisch proces mee vorm te geven. Alleen moeten we erkennen dat het denken over P2P vandaag zijn prototype -fase nog niet is ontgroeid.

Leave A Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *