Origineel artikel hier

verschenen op 7/12/2014 (welvaart voor iedereen)

Veel mensen waren teleurgesteld na de Tegenlicht uitzending Hoezo samen delen? De deeleconomie is mislukt. Het ideaal van samen delen is verworden tot een winstmachine met zelfs uitbuiting tot gevolg. Maar is de deeleconomie echt tot mislukken gedoemd?

De deeleconomie hield een belofte in voor een samenleving waarin iedereen voor elkaar klaar staat en iedereen elkaar helpt. Een ‘feel good’ economie. ‘Power to the people’. Bij nader inzien blijkt de deeleconomie twee gezichten te hebben, stelt Tegenlicht. Eén sociale van de bloemetjes en de bijtjes en van samen delen, maar ook één van de keiharde werkelijkheid van de markt: winstmaximalisatie en beurswaarde.

Uber

Het voornaamste voorbeeld dat Tegenlicht van de deeleconomie geeft, is het vervoersbedrijf Uber. Uber koppelt met behulp van een app passagiers en chauffeurs aan elkaar. Het idee was om lege plekken in auto´s beschikbaar te maken voor mensen die ergens naar toe moeten. Beter, sneller, makkelijker en goedkoper dan een traditionele taxi en ook nog goed voor het milieu.
Uber heeft aspecten van de deeleconmie: overcapaciteit wordt benut, chauffeurs krijgen in eerste instantie meer zeggenschap, tussenlagen worden weggehaald etc., maar om nu te zeggen dat het veel met samen delen te maken heeft. Uber lijkt vooral te streven naar zoveel mogelijk winst. Het bedrijf is inmiddels vele miljarden waard.
Wat vandaag de dag deeleconomie genoemd wordt, omvat enorm veel verschillende dingen: ‘Non-profit’, ‘not just for profit’, ‘mission driven for profit’, ‘for profit but with an ideology’, de reeks is eindeloos.

Kwadranten van de deeleconomie

De deeleconomie lijkt uitgegroeid tot een onoverzichtelijke chaos van tegenstrijdige belangen. De Belgische oprichter van de P2P Foundation Michel Bauwens schept orde met zijn schema dat bestaat uit vier kwadranten. De verticale as loopt van ‘centraal/globaal’ tot ‘decentraal/lokaal’. De horizontale as loopt van ‘oriëntatie op winst’ tot ‘oriëntatie op sociaal nut’. Het eerste kwadrant linksboven wordt gekenmerkt door centrale controle van de deeleconomie. Dit zijn commerciële bedrijven die kapitaal investeren in netwerken en platformen en daaraan veel geld verdienen (Facebook, AirBnb en Uber bijvoorbeeld).

De gebruikers hebben hier geen enkele controle over het beheer of over het design van het platform. Maar een leeg platform heeft geen waarde. De waarde komt van de gebruikers, door hun onderlinge uitwisseling, maar toch krijgen ze daar niks van terug. Als chauffeur van Uber heb je geen direct contact met de vraagzijde, het is een algoritme dat Uber beheert. Uber bepaalt wie met wie contact heeft. De chauffeurs zijn niet georganiseerd. Ze worden tegen elkaar uitgespeeld, ze zijn concurrenten van elkaar.

De modellen aan de linkerkant zijn extractieve modellen: de meerwaarde wordt eruit getrokkenHet platform zelf biedt heel weinig toegevoegde waarde. Het bedrijf dat het platform beheert, neemt geen verantwoordelijkheid voor de klant en het neemt ook geen verantwoordelijkheid voor het product of voor degenen die het product of de dienst leveren. De onderneming die het platform beheert, heeft dus heel weinig risico. Uiteindelijk bereikt zo’n type bedrijf vaak een monopolie positie en dan kan het met de prijzen doen wat het wil.

In Amerika zijn de kosten van de Uber-ritten met 20% goedkoper gemaakt. Chauffeurs hebben daardoor een verlies aan inkomen van 20%. Daar hebben ze zelf niets over te zeggen gehad.

Vraag en aanbod kan alleen maar tot goede prijsvorming leiden als er voldoende concurrentie tussen bedrijven is en als er een symmetrie in macht is tussen de verschillende participanten op de markt. Dit machtsevenwicht is bij Uber erg ver te zoeken, waardoor een 19e eeuwse toestand dreigt: ordinaire uitbuiting. Deze ontwikkeling is in niemands belang, stelt de econoom Robin Fransman in Tegenlicht. De deeleconomie die met idealen begon, heeft op veel plekken in de wereld al geleid tot grote sociale onrust en onderlinge conflicten.

In het kwadrant linksonder in het schema van Bauwens bevindt zich het ‘distributief kapitalisme’. Dit is wel deeleconomie en het is gedecentraliseerd, maar is toch nog steeds gericht op winst. De modellen aan de linkerkant zijn dan ook extractieve modellen: de meerwaarde waar de producenten voor zorgen, wordt eruit getrokken.

Echte deeleconomie: gericht op sociaal nut

Michel Bauwens stelt dat de echte deeleconomie een model van zelf-doen is. De initiatieven die hierbij horen, bevinden zich aan de rechterkant van het schema: de gerichtheid op het algemeen belang, het maatschappelijk nut of de ‘commons’ (gemeenschappelijk eigendom). Rechts onderaan situeert Bauwens de gerichtheid op de lokale commons, al die kleine, lokale initiatieven zoals autodelen, LETS en andere vormen van Social sharing. Die initiatieven zijn niet winstgericht, maar gericht op gemeenschappelijk belang.
Als ‘peer producers’ kun je je eigen coöperatie oprichten. Zo hou je de meerwaarde in je eigen gemeenschap. Tegenlicht laat drie voorbeelden zien: in het Broodfonds nemen mensen zelf het initiatief om hun eigen levensonderhoud te organiseren in geval van ziekte van een van de participanten. Het Broodfonds is geen verzekering tegen arbeidsongeschiktheid, maar een collectief: een groep zzp’ers die solidair is met elkaar.

Door een coöperatie op te richten hou je de meerwaarde in je eigen gemeenschapEen ander voorbeeld is de Griekse aardappelbeweging, waar producenten direct aardappelen leveren aan consumenten. Het gaat erom de logistiek van deze goederen te veranderen. Tussenpersonen die waarde afromen, worden uitgeschakeld, zodat een directe relatie tussen producent en consument wordt gelegd, waardoor de consument niet teveel betaalt en de producent toch een eerlijke prijs krijgt. Dit initiatief heeft zich als een olievlek over Griekenland verspreid.

Het derde voorbeeld is de Cooperativa Integral Catalana. Een coöperatie in Catalonië met 5.000 leden die heel snel groeit. Alles wat ze samen produceren is gemeengoed.

Deze hoopvolle initiatieven werden in Tegenlicht helaas overschaduwd door de misstanden bij bedrijven als Uber en door het volgende probleem in de deeleconomie dat aan de orde werd gesteld: hoe ga je om met vertrouwen op de internetplatforms?

Deeleconomie kan kapitalisme verslaan

Het Broodfonds, de aardappelbeweging en de coöperatie in Catalonië zijn lokaal en materieel kunnen om die reden niet anders dan decentraal georganiseerd zijn. Dit soort projecten bevinden zich rechtsonder in het schema.

Het kwadrant dat helemaal niet aan de orde kwam in de Tegenlicht uitzending is dat rechtsboven: de globale commons. Dit is een wereldwijde samenwerking op het vlak van kennis, ideeën, wetenschap, techniek en cultuur: bijv. Open Design zoals Wikispeed en het Wiki huis, de Free and Open Source Software beweging, Open Source Journalism, Creative Commons, etc. Omdat kennis en ideeën gemakkelijk hun weg vinden via internet, kunnen ze wereldwijd gedeeld worden. Daarom hebben de initiatieven in dit kwadrant zo enorm veel potentie.
“Geen enkel bedrijf, hoe groot het ook is en hoeveel mensen het ook kan rekruteren, is op den duur sterker dan een mondiaal netwerk van mensen die samenwerken.” – Michel BauwensEen open source ontwikkelomgeving is het reguliere gesloten circuit van patenten en octrooien op den duur de baas. Samenwerkende mensen kunnen de multinationals daarom verslaan, omdat ze simpelweg veel betere producten kunnen maken. Michel Bauwens: “Geen enkel bedrijf, hoe groot het ook is en hoeveel mensen het ook kan rekruteren, is op den duur sterker dan een mondiaal netwerk van mensen die samenwerken.”
De gerichtheid op het gemeenschappelijk belang en niet op winst, die de deeleconomie in de rechterhelft van het schema van Bauwens laat zien, biedt een alternatief voor het huidige economische systeem.
Tussen het 3e en 4e kwadrant kan een vruchtbare wisselwerking ontstaan als ideeën die wereldwijd zijn bedacht en uitgewerkt, lokaal worden gerealiseerd. Bijvoorbeeld de ontwerpen van de Wikispeed auto en het Wiki huis kunnen op allerlei plaatsen worden gedownload en geproduceerd.

Waarom werden de initiatieven die gericht zijn op sociaal nut en niet op winst in Tegenlicht in de schaduw gesteld (3e kwadrant) of niet getoond (4e kwadrant)? Michel Bauwens schrijft in zijn boek De wereld redden, met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving (2013): “De media vestigen vooral de aandacht op zakelijke platformen die de deeleconomie vergemakkelijken en het bestaande economisch model niet fundamenteel in vraag stellen.”

Tegenlicht heeft het ondanks zijn naam niet gedurfd om tegen het kapitalisme in te gaan. De vraag die in de uitzending centraal stond, was: is de deeleconomie een droom die voorbestemd was te mislukken binnen een kapitalistisch systeem? De deeleconomie loopt binnen het kapitalisme inderdaad tegen zijn grenzen op, maar dat is logisch, want de deeleconomie is uiteindelijk bedoeld om met het kapitalisme te breken.

“De commons zullen de markt structureel overstijgen en de markt zal zich uiteindelijk onderwerpen aan de logica van de commons, zodra die zijn uitgegroeid tot het dominante model. We gaan van ‘coöperatie binnen competitie’ naar ‘competitite binnen coöperatie’, van commons binnen de markt naar de markt binnen de commons.” De kapitalistische markteconomie zal zich uiteindelijk onderwerpen aan de logica van het samen delen. @VPROTegenlicht was deze boodschap misschien iets te revolutionair?

Evolutie van kapitalisme naar deeleconomie

De overgang van het kapitalisme naar de deeleconomie zal niet van de ene op de andere dag plaatsvinden. “Net zoals het feodalisme ontstond binnen de schoot van de Romeinse slavenmaatschappij en het kapitalisme binnen het feodalisme, groeit ook binnen het kapitalisme het embryo van een nieuwe samenleving”, schrijft Michel Bauwens.

Het proces van kapitalisme naar deeleconomie lijkt op een metamorfose van een rups die in een vlinder verandert. Aan de buitenkant zie je lange tijd vrijwel niets, maar inwendig in het lichaam van de rups is de omvorming naar iets totaal nieuws al aan de gang. Een vraatzuchtige rups wordt een prachtige vlinder.

Laat je initiatief niet kapen door een kapitalistische winstmachineHoe kan deze transformatie concreet gemaakt worden? Robin Fransman lichtte aan het einde van de uitzending een tipje van de sluier op: de taxichauffeurs van Uber kunnen zich verenigen en organiseren en hun eigen platform starten. Een platform waar ze zelf de controle over hebben. Zo wordt de meerwaarde niet afgeroomd, maar blijft binnen de eigen kring. De ritprijs kan relatief laag blijven, maar de chauffeurs houden een veel beter inkomen over en hebben bovendien meer zeggenschap. Die kant moeten we op: organisatie en solidariteit van peer-producenten onderling en wees erop bedacht: laat je initiatief niet kapen door een kapitalistische winstmachine.

Leave A Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *