Fragment uit tekst van Sanne Ruhaak uit Baaz.nl (verschenen op 13 mei 2014 – illustratie overgenomen)

(…)

De technologische ontwikkeling kan het dan wel mogelijk hebben gemaakt om je waren met elke wereldburger te delen, dat betekent nog niet dat ook iedereen zin heeft om dat te doen. Hoeveel platforms er ook uit de grond gestampt worden, even je auto of bedbank uitlenen aan een vreemde is niet zomaar iets. Toch neemt het aantal gebruikers op de deelsites fors toe en lijkt de deeleconomie dus aan te slaan. Juul Martin legt uit dat die groeispurt met meer te maken heeft dan met het ontstaan van de mogelijkheid alleen. ‘Ik denk dat we in een nieuw tijdperk zijn aanbeland waarin de aanschaf van nieuwe spullen niet langer je welvaart verbetert. Vroeger betekende een nieuwe koelkast minder snel bedorven vlees en een wasmachine werk voor vrouwen. Nu staan spullen garant voor meer gedoe en raakt onze samenleving onthecht door bezit. Nog lang niet voor iedereen en overal, maar de hyperconsumptie raakt wel een beetje over. Kijk maar in de cadeautjesbranche: mensen willen geen spullen meer, maar een beleving: een weekendje weg of een diner.’

Ook Harmen en Pieter denken dat wij anno 2014 anders aankijken tegen het hebben van spullen. Het gaat om een verschuiving van perspectief leggen ze uit: ‘Toegang in plaats van bezit, dat is nu belangrijk. Je hebt geen boor nodig, maar een gat in de muur en die boor kun je prima van iemand lenen.’ Het streven naar een duurzamere wereld speelt volgens hen daarbij een belangrijke rol: ‘Duurzaamheid is een steeds groter issue in onze maatschappij. Mensen willen zuiniger met hun spullen omgaan en meehelpen aan een vermindering van overproductie en verspilling. De deeleconomie biedt een concrete manier om dat te doen. En natuurlijk is het ook een stuk voordeliger om een boor te lenen in plaats van zelf te kopen’, voegt Pieter toe. In zijn onderzoek naar de bereidheid van mensen om te delen kwam hij uit op drie drijvende krachten: duurzaamheid, kostenbesparing en het sociale aspect waarbij het laatste te maken heeft met de wil van mensen om een ander te helpen.

(…)

Publieke voorzieningen en de deeleconomie

Als het aan onze experts ligt kan nu al geen bedrijf, ondernemer of overheid meer om de deeleconomie heen. Dat die gedachten niet overdreven is, blijkt wel uit de complexe vraagstukken die gemeenten en overheden op dit moment voor hun kiezen krijgen. Een goed voorbeeld is het internationaal opererende Airbnb, een platform waarop je een slaapplek overal ter wereld kunt regelen of verhuren. In hun streven de deeleconomie ruchtbaarheid te geven, betrekken ze niet alleen ondernemers uit de deeleconomie en het reguliere bedrijfsleven in hun netwerk, maar juist ook de overheid. ‘Gemeenten en overheden kunnen ontzettend veel betekenen voor de deeleconomie’, legt Harmen uit. ‘Je kunt als stad bijvoorbeeld een ‘Sharing City’ worden waarmee je jezelf als taak stelt de deeleconomie te stimuleren en te promoten. San Francisco is zo’n stad en wij willen er samen met Amsterdam Economic Board dit jaar voor zorgen dat Amsterdam dat ook wordt.’ De manieren waarop een stad met de deeleconomie aan de slag kan gaan zijn eindeloos en gunstig voor het ondernemersklimaat, vertelt Pieter verder. ‘De deeleconomie kan de publieke voorzieningen socialer en efficiënter maken. Een goed voorbeeld gaf ook stadsdeel West vorig jaar door bewoners driehonderd euro autodeeltegoed aan te bieden wanneer zij hun auto de deur uitdeden. Dat tegoed kon je dan gebruiken op platforms als SnappCar, Car2Go of MyWheels.’

Leave A Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *