Op 16 april publiceerde de Groene Amsterdammer een uitgebreid artikel over de Commons.

In dit artikel verklaart prof. dr. Tine De Moor (Hoogleraar Instituties voor collectieve actie in historisch perspectief) de huidige golf van collectieve burgerinitiatieven.

Of het nu gaat om het opzetten van een gemeenschappelijke tuin of om een open source operating system als Linux, het gemeengoed is weer terug. Dat stelt journalist Koen Haegens in het artikel ‘Weg met de staat en markt; De terugkeer van de commons’. Steeds vaker kiezen burgers voor gezamenlijk beheer in plaats van particulier eigendom. Eigen initiatief en verantwoordelijkheid gaan boven gehoorzaamheid aan autoriteiten.

De Moor erkent dat de commons in opkomst zijn, maar wijst erop dat er tegenwoordig een hoop verschijnselen onder die noemer geschaard worden. Zelf spreekt ze liever van ‘instituties van collectieve actie’. Volgens haar zijn deze een soort correctiemechanisme voor het economische klimaat van liberalisering en privatisering van de afgelopen decennia. Verder spreekt ze over de historie van de commons, die reikt tot in de middeleeuwen.

Ook Michael Hardt (met Antonio Negri auteur van een boek over gemeengoed, Commonwealth) en Michel Bauwens worden geïnterviewd:

‘De grote mythe van het neoliberalisme is dat je niets collectief kunt doen’, stelt Michel Bauwens (…). De uit België afkomstige voormalige internetondernemer geldt als een van de meest actieve, uitgesproken voorstanders van de nieuwe commons. Vorig jaar verscheen zijn boek De wereld redden: Met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving. Op dit moment is hij op uitnodiging van de linkse regering van Ecuador in het Zuid-Amerikaanse land. Doel is de mogelijkheden te verkennen van een nieuw soort economie, gebaseerd op de commons.

Een voorbeeld daarvan, in een overwegend agrarische maatschappij als Ecuador, kan volgens Bauwens ‘open landbouw’ zijn. ‘Ja, dat heeft wel iets weg van open source software. In landen als Frankrijk en de Verenigde Staten bestaan gemeenschappen van overwegend jonge mensen die eenvoudige tractors en andere landbouwmachines ontwerpen. Zij plaatsen die designs op het internet, waar ze voor iedereen beschikbaar zijn. Geïnteresseerden kunnen ze vervolgens zelf in elkaar zetten. Soms gaat dat met huis-tuin-en-keukengereedschap. In andere gevallen is een 3D-printer nodig om de afzonderlijke onderdelen te maken.’

Leave A Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *