Verschenen op 21/3/2014 op politics.be
(21/03/2014) In het hart van het kapitalisme schuilt een paradox, die het systeem tot grote successen heeft geleid, maar nu zijn toekomst bedreigt,” schrijft Jeremy Rifkin in The New York Times,
“Productiekosten voor veel goederen en diensten worden nu zo laag dat ze bijna gratis zijn en niet langer onderhevig zijn aan marktkrachten.”

Het eerste teken van deze paradox dook in 1999 op en heette Napster. Miljoenen mensen begonnen muziek te delen zonder producenten en artiesten te betalen en dat deed de muziekindustrie op haar grondvesten daveren. De volgende ‘slachtoffers’ van deze evolutie zijn de klassieke media, het onderwijs en de energie- en industriële sectoren. Ook daar is het duidelijk (althans, dat hopen consumenten) dat de marginale productie- en/of duplicatiekosten op de lange termijn met een nulkost zullen flirten.

Volgens experts wordt een zero-marginal-cost economy een steeds realistischer toekomstbeeld, maar blijft deze evolutie onderhevig aan kapitalistische krachtenen het winstoogmerk. De gratiseconomie wint jaar na jaar aan belang en het aantal mensen dat voor betalende alternatieven – zogenaamde premiumdiensten – kiest, blijft krimpen. Rifkin meent dan ook dat de ‘deeleconomie’ binnen de komende twintig jaar ons economisch leven volledig zal ‘internetiseren’, waardoor marktkrachten veel aan belang zullen inboeten.

De nieuwe technologie-infrastructuur – the Internet of Things – zal tegen 2020 minstens 50 miljard sensoren met elkaar in verbindig stellen. Ter vergelijking: vandaag zijn er al 11 miljard zulke sensoren en deze verbinden grondstoffen, productielijnen, elektriciteits- en logistieke netwerken, huizen, kantoren, winkels, voertuigen en nog veel meer.

Big-Data-analyses zullen het marktproces vervolgens uiterst efficiënt maken en de marginale kost van de productie en distributie van een toenemend aantal producten en diensten dramatisch minimaliseren, net zoals dat nu al met digitale diensten gebeurt. Zo zullen huishoudens en bedrijven weldra hun energieconsumptie afstemmen op de energieflows op het net, met grote kostenbesparingen tot gevolg.

Volgens Cisco zal de dollarwaarde van de productiviteitswinsten van deze internetisering tegen 2022 de 14.000 miljard overstijgen en volgens General Electric zal het de helft van de globale economie omwentelen. De vraag is dan hoe deze toekomstige economie zal functioneren en volgens Rifkin zullen non-profits (in de V.S. nu al verantwoordelijk voor 5,5% van het BBP) een sleutelrol gaan spelen.

De gemeenschappelijke sector van de economie zal universele toegang, inclusie en samenwerking optimaliseren en ongelooflijk veel sociaal kapitaal creëren. Toch zal deze sector in Rifkins visie het kapitalistisch model niet vervangen. Hij zal ernaast bestaan, net zoals de deeleconomie nu ook al bestaat (al is Jaron Laniers alternatieve doemvisie van ‘digitaal maoïsme’ hier het vermelden waard).

Daarom ziet Rifkin de komende robotrevolutie op de arbeidsmarkt tevens als een opportuniteit om nieuwe jobs in de collaboratieve sector – gezondheidszorg, onderwijs, overheid, liefdadigheid – te creëren en niet enkel als een bedreiging voor onze manier van leven.

“We betreden een nieuwe wereld en wagen ons over de grenzen van de markt,” aldus Rifkin, “waar we zullen leren hoe samen te leven in een collaboratieve, globale maatschappij.”

Leave A Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *